▶ Zorg ervoor dat vloeibaar gas in geen ge-
val uit het product en de gasleiding kan
ontsnappen.
1.3.4 Levensgevaar door afgesloten of
ondichte verbrandingsgastrajecten
Door installatiefouten, beschadiging, mani-
pulatie, niet toegestane opstellingsplaats of
dergelijke kan verbrandingsgas lekken en tot
vergiftigingen leiden.
Bij gaslucht in gebouwen:
▶ Doe alle toegankelijke deuren en ramen
wijd open en zorg voor tocht.
▶ Schakel het product uit.
▶ Controleer de verbrandingsgastrajecten
in het product en de afvoerleidingen voor
verbrandingsgas.
1.3.5 Levensgevaar door explosieve en
ontvlambare stoffen
▶ Gebruik het product niet in opslagruimtes
met explosieve of ontvlambare stoffen
(bijv. benzine, papier, verf).
1.3.6 Vergiftigingsgevaar
door onvoldoende toevoer van
verbrandingslucht
Voorwaarde: Van omgevingslucht afhanke-
lijke werking
▶ Zorg voor een permanent ongehinderde
en voldoende luchttoevoer naar de opstel-
ruimte van het product volgens de ventila-
tievereisten.
1.3.7 Kans op corrosieschade
door ongeschikte verbrandings-
en binnenlucht
Sprays, oplosmiddelen, chloorhoudende rei-
nigingsmiddelen, verf, lijm, ammoniakverbin-
dingen, stof e.d. kunnen tot corrosie aan het
product en in de VGA leiden.
▶ Zorg ervoor dat de verbrandingsluchttoe-
voer altijd vrij is van fluor, chloor, zwavel,
stof enz.
▶ Zorg ervoor dat er op de opstellingsplaats
geen chemische stoffen opgeslagen wor-
den.
▶ Als u het product in kapsalons, lakkerijen
of schrijnwerkerijen of reinigingsbedrijven
e.d. installeert, dan kiest u een afzonder-
4
lijke opstelruimte waarin de binnenlucht
technisch vrij is van chemische stoffen.
▶ Zorg ervoor, dat de verbrandingslucht niet
via schoorstenen aangevoerd wordt, die
vroeger met oliegestookte CV-ketels ge-
bruikt werden of met andere CV-toestel-
len, die een ophoping van roet en teer in
de schoorsteen kunnen veroorzaken.
1.3.8 Levensgevaar door ontbrekende
veiligheidsinrichtingen
De in dit document opgenomen schema's ge-
ven niet alle voor een deskundige installatie
vereiste veiligheidsinrichtingen weer.
▶ Installeer de nodige veiligheidsinrichtingen
in de installatie.
▶ Neem de betreffende nationale en inter-
nationale wetten, normen en richtlijnen in
acht.
1.3.9 Vergiftigings- en
verbrandingsgevaar door lekkende
hete verbrandingsgassen
▶ Gebruik het product alleen met volledig
gemonteerde VLT/VGA.
▶ Gebruik het product – behalve kortstondig
voor testdoeleinden – alleen met gemon-
teerde en gesloten frontmantel.
1.3.10 Levensgevaar door een elektrische
schok
Als u spanningsvoerende componenten aan-
raakt, bestaat levensgevaar door elektrische
schok.
Voor u aan het product werkt:
▶ Trek de stekker uit het stopcontact.
▶ Of schakel het product spanningsvrij door
alle stroomvoorzieningen uit te schakelen
(elektrische scheidingsinrichting met min-
stens 3 mm contactopening, bijv. zekering
of vermogensveiligheidsschakelaar).
▶ Beveilig tegen herinschakelen.
▶ Wacht minstens 3 min tot de condensato-
ren ontladen zijn.
▶ Controleer op spanningvrijheid.
1.3.11 Levensgevaar door opstelling in een
kast
Een opstelling in een kast kan bij een van de
omgevingslucht afhankelijk werkend product
tot gevaarlijke situaties leiden.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020261998_01