De laadband wordt in spanning gehouden door de veer (A - Fig. 48), die zich bevindt aan de onderkant van de freesarm.
Voor het centreren van de band als volgt te werk gaan:
- Fase 1: de veren afstellen
- Fase 2: de centrering van de band afstellen
- Fase 3: controle van de veercompressie op 80 mm
N.B. = als er een verschil is op de lengte van de veren dan de handeling vanaf punt 1 herhalen.
N.B. = Na elke afstelling de transportband tenminste 5 minuten laten draaien in de laadrichting (groen licht) bij
hoog toerental en dan controleren of de centrering korrekt is.
Afstelling voor
centrering band
ruimte tussen
winding en
winding
FOUTE STAND
KORREKTE STAND
Besturen en Onderhoud
SPANNING VAN DE LAADBAND
A
FIG. 48
De korrekte centrering kontroleren en kontroleren of
er geen oneffenheden op het centrale gedeelte van
de transportband ter hoogte van de beide rollen zitten.
De ONJUISTE STAND verraadt een overmatige
zijdelingse lading op de centreerbaan. Een dergelijke
situatie veroorzaakt een vroegtijdige verslechtering
van de band.
FIG. 49
Afstelling compressie van de veren
N.B. = voor een goede werking van de
oplaadband altijd het binnenste
gedeelte van de band schoonhouden.
Ed. 01/04
NL
55