• Bij het aansluiten van een accu op het laadapparaat dient u altijd eerst de
laadkabel met het laadapparaat te verbinden en pas daarna de accu met het
laadapparaat/de laadkabel. Bij het loskoppelen, gaat u in omgekeerde
volgorde te werk. Er bestaat anders het gevaar van kortsluiting (bijv. door de
beide 4 mm ronde stekkers van de laadkabel).
• Laad altijd maar één accu of accupack.
• Wanneer u zelfgeconfectioneerde accupacks wilt opladen, dan moeten de
cellen soortgelijk zijn (zelfde type, zelfde capaciteit, zelfde fabrikant).
Bovendien moeten de cellen dezelfde laadtoestand hebben (LiPo-accu's
kunnen via de balancer overeenkomstig gelijk worden gesteld, andere
accupacks zoals NiMH of NiCd, echter niet).
Bediening van de menu's (voor overzicht zie hoofdstuk 10):
• Selecteer in het hoofdmenu zoals beschreven met de toets „Batt Type/Stop" het gewenste
submenu en bevestig de keuze met de toets „Start/Enter".
• Met de toetsen „INC" en „DEC" kunnen de verschillende instellingen worden opgeroepen.
• Om een waarde te veranderen, drukt u op „Start/Enter"; de weergave knippert.
• Verander de op het display weergegeven waarde met de toets „INC" resp. „DEC".
• Sla de (gewijzigde) waarde op met de toets „Start/Enter".
• Verlaat het instelmenu met de toets „Batt Type/Stop"; u bevindt zich nu weer in het
hoofdmenu.
155