6
Installatie
6.1
Algemeen
6.2
Voorbereiding
Afb.15
Ophangen ketel
1
2
3
4
5
6.3
Wateraansluitingen
121803 - v.11 - 07022018
Waarschuwing
De installatie van de ketel moet door een erkend installateur wor
den uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal geldende regel
geving.
6.2.1
Positionering van de ketel
Dankzij de ophangstrip aan de achterzijde van de mantel, kan de ketel di
rect aan de ophangbeugel gehangen worden.
De ketel wordt geleverd met een montagesjabloon.
1. Plak de montagesjabloon van de ketel met plakband op de muur.
Waarschuwing
Controleer met een waterpas of het montagesjabloon perfect
horizontaal hangt.
Bescherm de ketel tegen bouwstof en dek de aansluitpunten
van de rookgasafvoer en luchttoevoer af. Verwijder deze afdek
king pas bij montage van de betreffende aansluitingen.
2. Boor 2 gaten van Ø 10 mm.
Belangrijk
De extra gaten zijn bedoeld voor het geval dat één van beide be
vestigingsgaten een goede bevestiging van de plug onmogelijk
maakt.
3. Plaats de Ø 8 mm pluggen.
4. Bevestig de ophangbeugel met de meegeleverde Ø 10 mm bouten
aan de muur.
5. Hang de ketel op aan de ophangbeugel.
AD-0000018-02
6.3.1
Doorspoelen van de installatie
Voordat een nieuwe ketel op een bestaande of nieuwe installatie kan wor
den aangesloten, moet de gehele installatie grondig worden gereinigd en
doorgespoeld. Dit is van essentieel belang. Hierdoor worden resten van
het installeren (lasslakken, fitmiddelen, etc.) en opgehoopt vuil (slib, slijk
etc.) verwijderd.
Belangrijk
Spoel de installatie door met minimaal 3 keer de systeeminhoud
van de installatie. De sanitairleidingen doorspoelen met mininaal
20 keer de inhoud van de leidingen.
6 Installatie
29