na een werkelijke wijziging voor de nieuwe inge-
bruikname door een vakkundig persoon worden
gecontroleerd. Hefwerktuigen die zijn ingebouwd
in loopkatten moeten door een deskundige worden
gecontroleerd.
De controle heeft betrekking op de correcte opstel-
ling, uitrusting en bedrijfsgereedheid, in principe
op de volledigheid, geschiktheid en werkzaamheid
van de veiligheidsinrichtingen, evenals de toestand
van het apparaat, het draagmiddel, de uitrusting
en de draagconstructie.
Veiligheidsinrichtingen zijn:
Reminrichtingen (
Hefbegrenzer (
paragraaf 5.5.5)
Neerlaatbegrenzer (
Overbelastingsbeveiliging (
Doc.nr.: VA034522-10-OM-NL-0915-64-1
paragraaf 5.5.3)
paragraaf 5.5.6)
paragraaf 5.5.4)
I
NGEBRUIKNAME
5.5.1. Besturingsinrichting controleren
WAARSCHUWING
Gevaar door defecte besturing
Wanneer een onderdeel moeilijk loopt of in ge-
bruikte toestand blijft staan, kan dit op een fou-
tieve besturing wijzen.
Product niet gebruiken
Product laten repareren
1. Product PROFI 60 TI ontlasten.
2. Achtereenvolgens alle regelingen van de be-
sturing bedienen en loslaten. De onderdelen
moeten onmiddellijk terugkeren naar de uit-
gangstoestand. De in- en uitschakelfuncties
moeten probleemloos werken.
De regelingen van de besturingen moeten altijd
soepel werken.
5.5.2. Bewegingsrichting controleren
De bewegingsrichting van de lasthaak met
de richting van de pijlen op de regelingen op
overeenstemming controleren.
5.5.3. Remfunctie controleren
WAARSCHUWING
Gevaar door vallende lasten
Als de ketting naloopt, kan de rem defect zijn. De
last kan vallen.
Product niet gebruiken
Product laten repareren
Controleren zonder last
Schakel uw onbelaste product PROFI 60 TI
afwisselend naar heffen en neerlaten
Als u een onderdeel loslaat, moet de ketting na
het activeren van de rem binnen acceptabele tijd
tot stilstand komen. Vanwege fysieke redenen kan
de remweg echter niet de waarde nul aannemen.
De rem heeft een reactietijd, die afhankelijk is van
de besturingslengte. Een grotere besturingslengte
vergroot deze reactietijd.
Pagina 31 van 64