P
RODUCTINFORMATIE
3.8. Energiebehoefte
3.8.1. Aansluitingen
De aansluiting voor de persluchtvoorziening heeft
de grootte G 1 1/2.
Gebruik voor de geselecteerde druk de overeen-
komstige slangleidingen.
3.8.2. Druk
WAARSCHUWING
Explosiegevaar
Bij bedrijf met hogere systeemdrukken kunnen er
gevaren door overbelasting ontstaan. Bij bedrijf
met lagere systeemdrukken kan de rem schuren
en is daarom onderhevig aan een zeer hoge slij-
tage. Er kunnen ontoelaatbaar hoge verwarmin-
gen ontstaan. De draagkracht van het apparaat
is gereduceerd. De reactie van de besturing is
merkbaar langzamer.
Aangegeven druk aanhouden.
Uw product PROFI 60 TI moet met een nominale
druk van 6bar (85psi) worden aangedreven (zie
gegevens op het typeplaatje).
Luchtdrukverhoudingen bij bedrijf(
ding 9)
De in de leiding aanwezige systeemdruk moet
overeenkomen met de nominale druk. Hogere
drukken moeten worden gereduceerd.
Na het inschakelen zakt de actieve nominale druk
p1 naar de werkelijke druk p2. De grootte van de
werkelijke druk p2 waarbij het product wordt aan-
gedreven, is afhankelijk van
het gewicht van de last (2) en
de bewegingsrichting van de last (3) .
Bij het heffen van de nominale last (draagkracht)
met de aangegeven hefsnelheid, mag de werke-
lijke druk p2 maximaal 10% onder de aangegeven
nominale druk van het hefwerktuig liggen (direct
voor de hefmotor gemeten)!
Pagina 20 van 64
afbeel-
Figuur 9: Luchtdrukverhoudingen bij bedrijf
3.8.3. Volume
Het luchtverbruik van de hefmotor bedraagt bij het
heffen de nominale last 6,5 (230)
Doc.nr.: VA034522-10-OM-NL-0915-64-1
m
(cf m), bij he
min