Inhoudsopgave
Advertenties
P
RODUCTINFORMATIE
Gebruiksbereik
Motorsmering
Motorsmering bij het
bedrijf met oli ¨ en
Kettingsmering
Motorconservering
(vervalt bij ge-
bruik van JDN-
hoogvermogensvet)
Motorreiniging
(vervalt bij ge-
bruik van het JDN-
hoogvermogensvet)
Smering voor lagers en
aandrijvingen (ook voor
open vertandingen)
Pagina 22 van 64
Brandstof
JDN-
hoogvermogensvet,
art.-nr. 11904 (250ml)
Persluchtolie
D", ki-
"
nematische viscositeit
mm
ongeveer 30
(cSt)
s
bij 40 C, evt. met anti-
vriesmiddel
Kettingolie of motor-
olie voor voertuigen,
kinematische viscositeit
mm
ongeveer 150
(cSt)
s
bij 40 C), of speciale
smeerstof van J.D.
Neuhaus. In gebieden
met externe corrosie-
werking, bijv. offshore,
moet een smeerstof
met bijzonder sterke
corrosiebescherming
worden gebruikt.
Niet-verhardende con-
serveringsolie met
overeenkomstige wer-
kingsduur
Zuiver petroleum
Lithium-verzeept vet,
Walkpenetration 265-
295 (0,1mm), basisvis-
mm
cositeit: 190
(cSt)
s
bei 40 C, druppelpunt:
180 C,
Gebruikstemperaturen:
-20 C tot + 120 C,
benaming conform
DIN 51825: KP2K-20,
agens: EP-additieven
(ter vermindering van
slijtage) en veroude-
ringsbescherming;
waterbestendig en
beschermend tegen
corrosie
3.10. Explosiebescherming
De basis voor de volgende gegevens is een des-
kundig advies van de DMT Gas & Fire Division
over het gebruik van JDN-hefwerktuigen, loop-
katten en kraaninstallaties in explosiegevaarlijke
gebieden, op basis van de Europese Richtlijn
94/9/EG (
ATEX 100a"). De DMT is geaccrediteerd
"
voor de controle van apparaten en veiligheidssys-
temen voor doelmatig gebruik in explosiegevaar-
lijke gebieden..
Lastketting Voor het veiligstellen van de nood-
zakelijke aarding mogen sterk verroeste kettingen
in de zones 1 en 21, evenals apparaten in de ca-
tegorie M2, niet meer worden gebruikt. Afhankelijk
van de corrosiegraad kan het geleidingsvermo-
gen van de ketting zo verslechteren, dat deze niet
meer voldoende is.
Slangen Slangen moeten in zone 1 over een
voldoende lage oppervlakteweerstand beschikken,
9
die kleiner is dan 10
Ω , om elektro-statische ont-
stekingsgevaren te vermijden. Anders (bij > 10
moeten de slangen bij explosiegroep I, IIA en IIB
30mm en bij explosiegroep
of er moet bewezen kunnen worden dat deze niet
gevaarlijk oplaadbaar zijn.
Werkzame bestanddelen bij wrijvings- of slag-
gevaar Bij wrijvings- of slagprocessen kunnen
er afzonderlijke functies ontstaan, waarbij gassen
van explosiegroep IIC, zwavelwaterstof of ethy-
leenoxide, evenals bij lichtmetaal- of andere im-
pactgevoelige stoffen, ontstekingsgevaren kunnen
veroorzaken. Daarom moet hierbij vonkvorming
als gevolg van mechanische inwerkingen worden
voorkomen.
Kettingen en lasten moeten steeds zo worden ge-
leid, dat een schurende en/of wrijvende aanraking
met vreemde installaties- en onderdelen uitblijft.
Er moet zekergesteld worden dat er tijdens het ge-
bruik geen explosieve atmosferen aanwezig zijn.
Als bepaalde stoffen bij elkaar komen, ontstaat
er een verhoogd ontstekingsgevaar. Dit zijn niet-
corrosiebestendig staal of gietijzer tegen alumi-
nium, magnesium of overeenkomstige legeringen.
Dit geldt vooral als er roest, ook vluchtige roest,
aanwezig is. Vooral aan de ketting en aan de last-
haken kan er zich roest vormen (ook vluchtige
Doc.nr.: VA034522-10-OM-NL-0915-64-1
9
Ω)
20mm zijn,
Advertenties
Inhoudsopgave
