Inhoudsopgave
Advertenties
P
RODUCTINFORMATIE
Alle besturingsschakelaars gaan bij het loslaten
zelfstandig terug naar de nulpositie. Alle bewegin-
gen worden ogenblikkelijk gestopt en de last wordt
in zijn huidige positie vergrendeld.
3.5.7. NOODSTOP-inrichting
Bij de kabelbesturing wordt de hef- en neerlaatbe-
weging direct geregeld.
Het steldeel van de kabelbesturing en het ener-
giegeschakelde deel van de regelklep op de motor
(aandrukklep) zijn nauwsluitend met elkaar ver-
bonden. Deze verbinding is zo geconstrueerd dat
de regelklep in noodgevallen in een stabiele neu-
trale positie kan worden teruggezet. Daardoor is
er geen extra NOODSTOP-inrichting noodzakelijk.
Pagina 16 van 64
3.5.8. Overbelastingsbeveiliging
GEVAAR
Gevaar door vallende lasten
Bij een te hoog ingestelde overbelastingsbeveili-
ging kunnen er ontoelaatbaar hoge belastingen
ontstaan, indien een last boven de toelaatbare
draagkracht wordt opgehangen. Er bestaat breuk-
gevaar voor de ketting en het apparaat!
Transporteer niet bij overbelasting
Stel de overbelastingsbeveiliging correct in
De overbelastingsbeveiliging schakelt de regeldruk
voor het heffen bij overbelasting uit.
Deze reageert afhankelijk van de last met een be-
paalde vertraging en wordt op een grenswaarde
van ca. 125% van de nominale last ingesteld.
De overbelastingsbeveiliging bevindt zich in de
regelklep.
Na het activeren van de overbelastingsbeveiliging
is het neerlaten verder mogelijk - de last kan neer-
gezet en gereduceerd worden.
De overbelastingsbeveiliging kan ook reageren,
als er met volle stationaire snelheid tegen een op
te heffen last wordt aangereden, ook als deze on-
der de ingestelde lastgrootte ligt.
Wij raden aan om de slappe ketting eerst aan te
spannen voordat de last wordt opgeheven.
Doc.nr.: VA034522-10-OM-NL-0915-64-1
Advertenties
Inhoudsopgave
