Locatie kiezen
Rookmelders zouden als basisvoorziening
vluchtwegen dienen, steeds in het midden van de ruimte en uitsluitend aan het plafond (geen
wandmontage) moeten worden geïnstalleerd (afb. 2). Selecteer de hoogst gelegen montagelocatie en
hanteer bovendien een minimumafstand van 50 cm tot aangrenzende wanden, meubels en lampen. De
dekking is optimaal
geïnstalleerd. In wasruimtes (badkamer, toilet etc.) is een rookmelder in de regel niet nodig in verband
met het geringe brandgevaar.
Zie de afbeeldingen in deze handleiding en de informatie van de gebruikersnorm EN 14676
"Rookmelders voor woonhuizen, woningen en ruimtes met woningachtig gebruik (inbouw, gebruik en
onderhoud)"!
Waar de rookmelder niet geïnstalleerd moet worden
buitenshuis (toepassing uitsluitend in gesloten ruimtes);
in ruimtes waarin het alarm door storende invloeden (stoom, condensatie, „normale" rook,
damp, stof, vuil of vet) af kan gaan;
naast een ventilatieafvoer of soortgelijke ventilatieopeningen (tocht);
in omgevingen waar de temperatuur onder de 0 °C dalen of boven de 40 °C oplopen kan.
op een ondergrond met onvoldoende draagvermogen of als door de toestand van de
ondergrond montage met pluggen niet mogelijk is.
Montage en ingebruikname
Voer de volgende stappen in de aangegeven volgorde uit, om de melder aan het plafond te
monteren:
1. Rookmelder door linksom draaien losmaken van de behuizingssokkel.
2. Batterijen plaatsen en daarbij rekening houden met de polariteit.
3. Boorgaten door de behuizingssokkel markeren.
4. De benodigde gaten boren en pluggen aanbrengen en de
meldersokkel vastschroeven.
Zorg er bij het markeren van de boorgaten voor dat zich geen elektrische leidingen / kabels,
pijpleidingen of andere belangrijke installatiecomponenten achter de montagelocatie
bevinden!
Terug naar de inhoud
in alle slaapkamers, kinderkamers en gangen die als
als ook in alle overige ruimtes en in het trappenhuis apparaten worden
82
Nederlands
terug naar de inhoud