Indien nodig kan associatie volgens de hieronder
beschreven procedure gebeuren.
1. Zorg ervoor dat de stroom van de basiseenheid en
het bedieningspaneel uit staat.
2. Ga in de nabijheid van de basiseenheid staan zodat je
deze kunt zien.
3. Houd tegelijk de knop ON/OFF en de knop ALL
STOP ingedrukt. Het bedieningspaneel doorloopt
de initialisatieschermen en stopt bij ASSOC
PENDING.
4. Houd beide knoppen ingedrukt tot ASSOC
ACTIVE wordt weergegeven (ongeveer vier (4)
seconden).
5. Laat de twee knoppen los. De displays geven nu
CLR CHAN SCAN weer. Het bedieningspaneel
scant alle beschikbare kanalen en kiest het kanaal
met het minste verkeer.
6. Druk op de knop Start. Op het bedieningspaneel is
nu te lezen: POW UP BUNIT?
7. Schakel de stroom van de basiseenheid in. Het
bedieningspaneel zal nu geassocieerd (verbonden)
worden met de basiseenheid. Als de associatie
geslaagd is, staat op het display ASSOC SUCCESS.
Accu's monteren/vervangen
1. Plaats het bedieningspaneel ondersteboven
en verwijder de vier schroeven waarmee het
batterijdeksel is bevestigd. Verwijder het deksel.
Opmerking: De vier schroeven waarmee het
deksel vastzit, zijn geïntegreerd' in het deksel,
de openingen van het deksel zijn voorzien van
schroefdraad. Hoewel de schroeven niet makkelijk
uit het deksel kunnen worden verwijderd, moet u
opletten als de schroeven te ver los worden gedraaid,
omdat u dan de kans loopt ze te verliezen.
2. Verwijder de oude batterijen en voer ze af volgens de
plaatselijke wet- en regelgeving.
3. Let op de polariteit van de batterijen terwijl u de
nieuwe plaatst. (Als de batterijen onjuist worden
geplaatst, raakt de eenheid niet beschadigd maar zal
deze ook niet functioneren). Op het draagtoestel
staat de polariteit van de contacten aangegeven
(Figuur 48). Druk de batterijen stevig in de houder.
4. Plaats het accudeksel terug. Bevestig het deksel met
de vier schroeven. Draai ze vast genoeg om de
eenheid goed te sluiten, maar draai ze niet te vast.
1. Accubehuizing
De lopende band onderhouden
Lopende band en rollen
• Controleer of de lopende band goed recht over de
rollen loopt en niet slipt. Indien nodig afstellen. Zie
de afstelprocedure voor de lopende band in deze
handleiding.
• Controleer de lagers van de voorrollen en
achterrollen elke twee maanden op slijtage of
zichtbare beschadigingen.
• Controleer de conditie en de spanning van de
aandrijfriem en de kettingwielen.
Belangrijk: Controleer of er strooimateriaal
vastzit tussen de lopende band, de riem en de
rollen. Zie ProPass reinigen in deze handleiding.
De lopende band aanspannen
Voer de procedure om de lopende band te spannen
alleen uit als de band slipt, als deze is vervangen of als
deze los is gemaakt om andere onderdelen te vervangen.
1. Plaats de V-geleider van de riem in de geleiders van
de voor- en achterrollen.
2. Draai de twee stelmoeren van de riem gelijkmatig af
tot de riem strak staat. (Verwijder indien nodig de
kappen van de voorste rol en de achterafvoer).
3. Laad de ProPass volledig met het zwaarste materiaal
dat u van plan bent te gebruiken.
39
Figuur 48