Onderhoud
WAARSCHUWING
Koppel alle vermogensbronnen los van de ProPass
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Smering
De ProPass smeren
• Gebruik een universeel smeermiddel voor auto's.
• Bij normaal gebruik: regelmatig smeren na 25
bedrijfsuren.
• Bij zeer stoffige, vuile omstandigheden dagelijks
smeren.
• Smeer alle lagers, lagerbussen en kettingen.
Smeerprocedure
Er bevinden zich verschillende smeernippels op de
ProPass en op het trekchassis ((Figuur 45, Figuur 46 en
Figuur 47)).
1. Reinig de smeernippels.
2. Pomp het smeermiddel in de lagers en de
lagerbussen.
3. Veeg het overtollige vet weg.
4. Controleer de wiellagers en vervang deze elk jaar of
elke 300 bedrijfsuur opnieuw.
Figuur 45
1. Smeernippel op basismodel (één linksvoor, één rechtsvoor)
1. Smeernippel op basismodel (één linksachter, één
rechtsachter)
1. Smeernippel op trekchassis (voor en achter, links en
rechts). Eenmaal per jaar smeren.
Dagelijkse controles
Begin elke dag met het uitvoeren van deze
veiligheidscontroles voordat u de ProPass gaat
bedienen. Meld eventuele veiligheidsproblemen bij uw
leidinggevende. Zie de veiligheidsinstructies in deze
handleiding voor meer informatie.
Banden en wielen
• De aanbevolen bandendruk is 10 psi, of volg
de aanbevelingen van de fabrikant van de band.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor de
eigenschappen van de banden van het trekvoertuig.
• Controleer op overmatige slijtage of zichtbare
schade.
• Controleer of de wielbouten goed zijn vastgedraaid
en of er geen bouten ontbreken.
37
Figuur 46
Figuur 47