hellingen. Zodra de ProPass begint met omhoog rijden,
vermindert de afstand tot de grond.
Parkeren
Parkeer de ProPass altijd op een stevig, horizontaal
oppervlak. Plaats blokken onder twee wielen van de
ProPass (voor en achter).
WAARSCHUWING
Koppel de ProPass niet los van het trekvoertuig op
een helling. Zorg ervoor dat de voorste krik zich in
de ondersteunstand bevindt.
Om de kriksteun te draaien vanuit de steunstand
(omlaag) naar de transportstand (horizontaal), trekt u
de steunpen uit de kriksteun en zwenkt u de krik. Zorg
ervoor dat de kriksteun aan de ProPass is bevestigd en
zich in de juiste stand bevindt tijdens het werk. Op
het Toro trekchassis bevindt de kriksteun zich op de
trekhaakbuis (Figuur 40). Bij een vrachtwagenchassis
met directe aansluiting worden twee kriksteunen
gebruikt (Figuur 41). Gebruik tijdens bedrijf de
krikopslagstandaarden achteraan het chassis.
Figuur 40
1. Kriksteun op trekchassis
1. Kriksteunen op vrachtwagenchassis met directe aansluiting
De opslagpennen gebruiken
1. Parkeer het voertuig op de plaats waar u de ProPass
wilt stallen.
Opmerking: De stalplaats dient een harde en
effen ondergrond te zijn.
2. Koppel de elektrische aansluitingen van het voertuig
los.
3. Koppel de hydraulische leidingen van de ProPass
los van het voertuig.
4. Zet het bedrijfsvoertuig in de neutraalstand, stel de
parkeerrem in werking en start de motor.
5. Breng met behulp van de hefcilinder van
het voertuig de voorkant van de ProPass ver
genoeg omhoog om de voorste poten van de
opslagstandaard te monteren.
6. Zet de motor af.
WAARSCHUWING
Klim niet onder de ProPass door en voer geen
werkzaamheden uit onder de ProPass terwijl
deze op de opslagstandaard staat.
7. Breng de voorste opslagpoten en de achterste
kriksteunen in de buizen van de ProPass en zet ze
vast met de borgpennen (Figuur 42).
35
Figuur 41