Zevende uitgave • Eerste druk
Platformbediening
14 Draai het contactslot naar platformbediening.
15 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan'.
Resultaat: De flitslamp (indien aanwezig) dient te
knipperen.
Start de motor. Zie de sectie
Bedieningsinstructies.
Noodstop testen
16 Draai het contactslot naar platformbediening en
start de motor opnieuw.
17 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand 'uit'.
Resultaat: De motor dient te worden
uitgeschakeld en geen enkele functie mag in
werking treden.
18 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan' en start de motor opnieuw.
Claxon testen
19 Druk op de claxonknop.
Resultaat: De claxon dient te klinken.
Onderdeelnr. 1297940DUGT
Voetschakelaar testen
20 Druk de rode noodstopknop op het platform in
naar de stand 'uit'.
21 Trek de rode noodstopknop uit naar de stand
'aan', maar start de motor niet.
22 Druk de voetschakelaar in en probeer de motor te
starten door de starttuimelschakelaar naar een
van beide zijden te verplaatsen.
Resultaat: De motor mag niet starten.
23 Druk de voetschakelaar niet in en start de motor
opnieuw.
Resultaat: De motor moet starten.
24 Druk de voetschakelaar niet in en test elke
machinefunctie.
Resultaat: Geen enkele functie mag in werking
treden.
Machinefuncties testen
25 Druk de voetschakelaar in.
26 Activeer elke joystick of tuimelschakelaar voor
machinefuncties.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen.
Opmerking: Regel de snelheid van de armfuncties
door de snelheidscontroller van de armfuncties aan te
passen. De rij- en stuurfuncties worden niet beïnvloed
door de snelheidscontroller van de armfuncties.
®
Z
-34/22 IC
Bedieningshandleiding
Inspecties
27