130 Connectiviteit
WLAN
Uw apparaat kan draadloze LAN's (WLAN) opsporen en er verbinding mee maken.
U kunt het apparaat met behulp van een WLAN aansluiten op internet en
compatibele apparaten met WLAN-ondersteuning.
Als u een WLAN-verbinding wilt gebruiken, hebt u het volgende nodig:
WLAN moet beschikbaar zijn op uw locatie.
•
Uw apparaat moet verbinding hebben met het WLAN. Bij sommige beveiligde
•
WLAN's hebt u een toegangssleutel van de serviceprovider nodig om verbinding
te maken.
Er moet een internettoegangspunt zijn gemaakt voor het WLAN. Gebruik het
•
toegangspunt voor toepassingen die verbinding met internet moeten hebben.
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht als u een gegevensverbinding
maakt met een internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve WLAN-verbinding
wordt verbroken als u de gegevensverbinding verbreekt.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of wanneer pakketgegevens actief
zijn. U kunt met maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding
hebben, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde toegangspunt
gebruiken.
Als functies gebruik maken van een WLAN of als dergelijke functies op de
achtergrond mogen worden uitgevoerd terwijl u andere functies gebruikt, vergt dit
extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Het apparaat ondersteunt de volgende WLAN-functies:
IEEE 802.11b/g standaard
•
Frequentie van 2,4 GHz
•
Verificatiemethoden WEP, WPA/WPA2 en 802.1x. Deze functies worden alleen
•
gebruikt als ze worden ondersteund door het netwerk.