BEDRIJFSHANDLEIDING
AANSLAGPUNTEN, SCHROEFBAAR
4 EERSTE INBEDRIJFNAME
Overtuig u er bij de eerste inbedrijfname van, dat
•
de onderdelen overeenkomen met de bestelling en onbeschadigd zijn,
•
testcertificaat, verklaring van overeenstemming en bedrijfshandleiding
aanwezig zijn,
•
markeringen en documentatie overeenstemmen,
•
controletermijnen en bevoegde personen voor controles zijn vastgesteld,
•
een visuele en functiecontrole werd uitgevoerd en gedocumenteerd,
•
de correcte wijze van bewaren van de documentatie is zeker gesteld.
Voer verpakkingen milieuvriendelijk als afval af volgens de lokale voorschriften.
5 MONTAGE EN DEMONTAGE
Voorbereidende maatregelen
Verzeker u ervan, dat bij de keuze van de inbouwplaatsen van de aanslagpunten
•
de last de uitgeoefende krachten inclusief de bijbehorende veiligheidsfactoren
veilig en zonder vervorming kan opnemen,
•
ze goed aansluitend met de last verbonden zijn,
•
er geen gevaarlijke plaatsen (beklemmingsplaatsen, afsnijplaatsen, grijp- of
stootplaatsen) ontstaan,
•
ze het transport door uitsteken niet belemmeren,
•
omleidingen van aanslagmiddelen worden vermeden,
•
ontoelaatbare belastingen worden uitgesloten,
•
beschadiging van het aanslagmiddel, bijv. door scherpe kanten, is uitgesloten,
•
ze gemakkelijk en zonder belemmering voor het aanslaan en losmaken van het
aanslagmiddel bereikt kunnen worden.
Aanslagpunt monteren
De benutbare schroefdraaddiepte in het constructiedeel moet zo groot zijn, dat het
veilig aanschroeven van de aanslagpunten gewaarborgd is. Gebruik alleen de
meegeleverde schroeven!
Breng de schroefdraadboring haaks t.o.v. het aanschroefvlak in het constuctiedeel aan.
De schroefdraaddiepte „L" in het constuctiedeel moet minstens overeenkomen met
de volgende waarden:
L = 1,0 x d in staal
L = 1,25 x d in gietijzer
L = 2,0 x d in aluminium
L = 2,5 x d in aluminium-magnesium-legeringen
(L = schroefdraaddiepte; d = schroefdraaddiameter)
• Zorg voor schone en droge schroefdraad aan aanslagpunt en
constructiedeel.
• Voor zover de aanslagpunten permanent aan het constructiedeel bevestigd blijven
gebruikt u vloeibaar borgmiddel voor het borgen van de schroeven.
• Bij doorgaande schroefverbindingen moet de moer tegen losraken worden geborgd.
• TWN 0123, TWN 1120 en TWN 1830
Draai de aanslagpunten handvast in met een passende steek- of ringsleutel volgens
DIN.
• TWN 0121/1, TWN 0122, TWN 0127 en TWN 1890:
Draai de schroeven met de in de kenmerken aangegeven aantrekmomenten vast.
Voorzover bij eenmalig gebruik is zeker gesteld dat de last niet gaat keren en het
aanslagpunt niet losgedraaid kan worden, is een handvaste bevestiging met een
steek- of ringsleutel volgens DIN voldoende.
Bij meermalig neerzetten van de last is hierbij echter een controle vereist!
• TWN 1830 en TWN 1884
Let erop dat bij schroefdraden M10 en M12 een maximaal draaimoment van 40 Nm
niet wordt overschreden.
De schroefdraadboring moet van één van de hierna vermelde afkantingen van het
aanschroefvlak zijn voorzien:
Schroefdraad [mm]
M8
M10, M12
M16, M20
M24, M30
M36 - M48
M56 - M100
THIELE GmbH & Co. KG
www.thiele.de | info@thiele.de
© Alle rechten voorbehouden
Afkanting [mm]
1,5
+0,5
x 45°
+0,5
2,0
x 45°
+0,5
2,5
x 45°
3,5
+0,5
x 45°
4,0
+0,5
x 45°
4,5
+0,5
x 45°
6 GEBRUIKSVOORWAARDEN
Instructies voor normaal gebruik
Het bovendeel van het aanslagpunt met de inhangschalm moet zich altijd vrij kunnen
bewegen.
Steunen tegen andere constructiedelen is niet toegestaan.
Zorg bij het aanslaan voor de juiste positie van het ophangoog (zie grafieken).
Controleer dat de aanslagpunten altijd met hun bovendeel en niet met de
schroefbevestiging naar de belastingsririchting draaien.
Bij 4-parts-kettingsamenstellen bestaat in principe het gevaar, dat slechts twee
tegenover elkaar liggende kettingparten belast worden. Controleer in dat geval het
draagvermogen van aanslagpunten en kettingsamenstel en gebruik zo nodig
onderdelen met hoger draagvermogen.
De krachtuitoefening moet in lengterichting van de ophangschalm plaats vinden.
TWN 1830:
Het aanslagpunt mag niet voor het voortdurend of voor langere tijd draaien van de last
worden gebruikt.
Voorkeurspositie
TWN 1890:
TWN 1884:
De componenten die met het oogje zijn verbonden, moeten altijd vrij kunnen bewegen.
B07907-H
NL 11.2020
vermijdbaar
niet toegestaan
# Veranderingsindicator
vervangt B07907-G
4 | 6