Bij een onjuiste installatie en gebruik dat niet in
overeenstemming is met de instructies kan dit leiden
tot schadelijke interferentie van radioverbindingen. Het
is echter niet gegarandeerd dat er geen interferentie
in een bepaalde installatie zal optreden. Als dit apparaat
schadelijke interferentie aan radio- of televisieontvangst
veroorzaakt (dit kan worden vastgesteld door de apparatuur
uit- en in te schakelen), wordt de gebruiker aangeraden de
interferentie te corrigeren door middel van een van de
volgende maatregelen:
• De ontvangstantenne draaien of verplaatsen.
• De afstand tussen het toestel en de ontvanger vergroten.
• Het toestel aansluiten op een stopcontact van een
circuit waarop de ontvanger niet is aangesloten.
• Raadpleeg de dealer of een ervaren radio/tv-reparateur
voor hulp.
35