2. Kiezen van de juiste locatie
2.1. Werking van de rook- en brandmelder
Voordat de rookmelder een alarmsignaal afgeeft, moet er een voldoende hoeveelheid rook in de
rookkamer zijn gekomen. Om snel te kunnen reageren, moet de rookmelder zich op een afstand
van niet meer dan 7,5 meter van de brandhaard bevinden. De apparaten moeten worden
geïnstalleerd op plaatsen van waar ze in het hele gebouw te horen zijn zodat in geval van alarm,
alle bewoners wakker worden en tijdig kunnen vluchten. Een enkele rookmelder kan bij correcte
installatie beperkte bescherming bieden maar in de meeste huizen zijn twee of meer (bij voorkeur
via het netwerk verbonden) apparaten noodzakelijk om er zeker van te zijn dat de waarschuwing
tijdig wordt gegeven. Voor een optimale bescherming kunt u het beste een rookmelder installeren
in elke ruimte waar mogelijk brand kan ontstaan (met uitzondering van de badkamer en de
keuken).
De eerste te monteren rookmelder moet tussen de slaapkamer en de meest waarschijnlijke
brandhaard (bv. de woonkamer) worden geïnstalleerd. Deze melder moet worden aangebracht
binnen een afstand van 7,5 meter van de deur van de ruimte waar een brand kan uitbreken en de
vluchtweg kan blokkeren.
Brandmelders geven een alarm wanneer de temperatuur bij de melder hoger wordt dan 58 °C.
7