Pagina 1
Rookmelder Ei650 Informatie over het product, installatie, onderhoud en algemene informatie Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar deze tijdens de volledige gebruiksperiode van het product. Dit document bevat belangrijke informatie over het gebruik en de installatie van de rookmelder. De gebruiksaanwijzing moet beschouwd worden als onderdeel van het product.
Pagina 2
De modellen Ei650W en Ei650iW kunnen uitsluitend met behulp van de draadloze modules met elkaar en het netwerk worden verbonden. (zoals hierboven beschreven) De modellen Ei650 en Ei650i zijn stand-alone rookmelders die niet, met kabel of draadloos, met elkaar en het netwerk kunnen worden verbonden. (zie ook tabel 1)
Pagina 3
Tabel 1 Ei650 Compatibel met Optionele Model Verbinding met kabel draadloos netwerk draadloze module Ei650 Ei650W Ei650M Ei650C Ei650M Ei650 i-serie Verbinding met kabel Compatibel met Model Optionele draadloos netwerk draadloze module Ei650i Ei650iW Ei650M Ei650iC Ei650M...
1. Korte gebruiksaanwijzing ZOEK DE JUISTE PLAATS VOOR DE MONTAGE BEVESTIG DE MONTAGEPLAAT AAN HET PLAFOND DE ROOKMELDER MOET AAN HET PLAFOND WORDEN GEMONTEERD EN MINIMAAL 500 MM VANAF DE WAND EN OBSTAKELS VERWIJDERD BLIJVEN. HET BESTE IS MONTAGE IN HET MIDDEN VAN DE RUIMTE.
Pagina 6
DRUK OP DE TESTKNOP. CONTROLEER DE MELDER REGELMATIG.
2. Kiezen van de juiste locatie 2.1. Werking van de rook- en brandmelder Voordat de rookmelder een alarmsignaal afgeeft, moet er een voldoende hoeveelheid rook in de rookkamer zijn gekomen. Om snel te kunnen reageren, moet de rookmelder zich op een afstand van niet meer dan 7,5 meter van de brandhaard bevinden.
Deze melders worden daarom aanbevolen voor keuken, garages, verwarmingsruimten en andere omgevingen waar normaal gesproken veel damp, rook of stof aanwezig is. In deze ruimten kunnen rookmelders niet zonder gevaar voor een groot aantal ongewenste alarmmeldingen worden geïnstalleerd. Een brandmelder moet uitsluitend worden gebruikt in ruimten die direct grenzen aan vluchtwegen in combinatie met rookmelders op de vluchtwegen.
Voor een betere bescherming moeten er brandmelders in de keuken, garages en verwarmingsruimte worden aangebracht. Rookmelders zijn hiervoor niet geschikt. Op afbeelding 1 staat aangegeven op welke plaatsen brand- en rookmelders in een standaard woning met twee verdiepingen moeten worden aangebracht. Let op de afstanden op afbeelding 1 en 2.
Pagina 10
Voor minimale bescherming - Rookmelder op elke verdieping - In elke slaapruimte - Elke 7,5 meter in gangen en overige ruimten - Binnen 3 meter van elke slaapkamerdeur - Alle apparaten met netwerk verbonden (indien deze optie aanwezig Voor de aanbevolen bescherming(naast de hierboven genoemde): Slaapkamer...
2.3. Plaatsing Afb. 3 Plafondmontage Bij voorkeur in het midden van het Hete rook stijgt op en verdeelt zich tegen het plafond. plafond Daarom wordt aangeraden om de melders in het midden van een plafond aan te brengen. In de hoeken staat de lucht stil.
Pagina 12
Ongeschikte montageplaatsen Plaats een rookmelder NIET in de volgende omgevingen: - Badkamer, keuken, doucheruimte, garage of een andere ruimte waar een alarm kan ontstaan vanwege damp, condensatie, normale rook of stoom. - Plaats de rookmelders niet in stoffige of vuile omgevingen omdat de stofdeeltjes zich in de rookkamer ophopen waardoor de werking van het apparaat wordt aangetast.
Pagina 13
- Op oppervlakken die normaal gesproken warmer of kouder zijn dan de rest van de ruimte (bijv. zolderluiken). Door de temperatuurverschillen kan de rook of de hitte mogelijk niet tot de melder doordringen. - Naast of direct op verwarmingen of airco's, ramen, wandventilatie etc. waar de richting van de luchtstroom verandert.
3. Installatie Uitvoeren van de installatie 1. Kies een plaats voor de montage aan de hand Afb. 5 van de aanbevelingen in hoofdstuk 2. DRAAI HET APPARAAT TEGEN DE KLOK IN 2. Verwijder de montageplaat van de rookmelder door de melder tegen de klok in te draaien. 3.
Pagina 15
in het plafond beschadigd en boor met een 5,0 mm boor in het midden van de gemarkeerde positie. Druk de meegeleverde kunststofpluggen in de gaten. Schroef de montageplaat aan het plafond. Bij rookmelders met een draadloze module, moet deze met de antennes in dezelfde richting (d.w.z.
Pagina 16
7. Druk bij elke melder op de testknop om te controleren of de apparaten correct werken (afb. 7). 8. Raadpleeg hoofdstuk 4.1 voor draadgebonden melders. 9. Bij draadloze melders kunt u de brochure "Draadloze modules voor de batterijgevoede rookmelders serie Ei650“ raadplegen. Installeer alle overige melders op dezelfde manier. Afb. 7 Beveiligen van de melders tegen onbevoegde ingrepen (indien nodig).
Pagina 17
Steek de schroef (niet meegeleverd) in de op afb. 8c weergegeven "U"-vormige uitsparing en draai de schroef stevig vast. Om de melder van het plafond te verwijderen, moet eerst de schroef worden verwijderd door de schroef tegen de klok in los te draaien. HAAK OMHOOG DUWEN EN DE MELDER TEGEN DE RICHTING VAN DE KLOK IN LOSDRAAIEN POOTJE...
4. Netwerkaansluiting 4.1. Netwerkaansluiting met kabel Wij raden aan om niet meer dan 12 rook- of brandmelders met elkaar te verbinden zodat bij vaststellen van een brand door één apparaat, alle andere apparaten ook een alarm geven. – (zie tabel 1 voor melders met de optie voor netwerk met kabel). Op deze manier wordt gewaarborgd dat het alarm in het hele gebouw te horen is.
Pagina 19
De melders worden door aansluiten van de kabels aan de met "1" resp. "2" gemarkeerde aansluitklemmen met elkaar verbonden (zie afb. 9a). Opmerking: tocht door de kabelopeningen, kabelgoten of montagedozen-/gaten kan de rook uit de detectiekamer afvoeren zodat de melder minder gevoelig wordt.
5. Schroef de beide aders in het aansluitblok vast (zie afb. 10b). Druk het aansluitblok vervolgens voorzichtig terug op de beide pennen. 6. Draai de melder in de richting van de klok op de montageplaat totdat de melder vastklikt. Installeer en verbind alle overige melders op dezelfde manier. 7.
5. Test, onderhoud en gereedheid Uw melder is een levensreddend apparaat en moet regelmatig worden gecontroleerd. 5.1. Handmatig controleren van de melder Om de correcte werking vast te stellen wordt aangeraden om de melder direct na de installatie te testen. Daarna moet de werking regelmatig (bv. 1x per maand) worden gecontroleerd. Op deze manier raken u en uw familie bekend met het waarschuwingssignaal van de melder.
Waarschuwing: controleer de werking van de melders niet bij open vuur. De melder kan in brand raken en voorwerpen in het interieur kunnen beschadigd worden. Wij adviseren om de controle van de werking niet uit te voeren met rook omdat de resultaten een verkeerd beeld kunnen geven wanneer hiervoor niet de juiste speciale apparatuur wordt gebruikt.
1. Om een vals alarm van een rookmelder (de rode LED knippert snel) te annuleren, drukt u op de test-/uitschakelknop. De rookmelders worden voor een periode van ca. 10 minuten uitgeschakeld. De rode LED op de afdekking van de rookmelder knippert gedurende deze tijd elke 8 seconden om aan te geven dat het geluidssignaal van het apparaat is uitgeschakeld.
5.3.2. Draadloze module melder Wanneer alle draadloze melders resp. elke 4 uur gedurende 2 seconden klinken betekent dit dat er tenminste één batterij in het systeem is verbruikt. 5.4. Reinigen van de melder De melder moet regelmatig worden gereinigd. Gebruik hiervoor een zachte borstel of de borstelopzet van een stofzuiger om stof en spinnenwebben te verwijderen van de zijopeningen waar de rook moet binnenkomen.
Alle rookmelders en in het bijzonder de optische (foto-elektronische) apparaten zijn gevoelig voor binnendringen van stof en insecten omdat hierdoor vals alarm kan ontstaan. Bij de constructie van de Ei Electronics melders zijn de laatste inzichten op het gebied van ontwerp, materialen en fabricagemethoden toegepast om de invloed van verontreinigingen te minimaliseren.
5.7. Vervangen van een rookmelder De volledige melder moet worden vervangen wanneer ... - ... de melder langer dan 10 jaar geïnstalleerd is geweest (controleer de datum voor het vervangen op de garantiekaart). - ... de melder bij het indrukken van de testknop geen geluidssignaal geeft. Voordat de melder wordt afgevoerd, verwijdert u de melder van de montageplaat (om de voeding te onderbreken en piepen vanwege een zwakke batterij te voorkomen).
6. Interpretatie van de signalen: Normaal bedrijf, storingsmeldingen, diagnose 6.1. Normaal bedrijf 6.1.1. Ingebruikname Draai de melder op de voet om de melder in te schakelen; De rode LED knippert een keer om aan te geven dat de melder correct is ingeschakeld en nu in de bedrijfsmodus resp. stand-by staat.
6.1.4. Detectie van rook Zodra de melder rook detecteert, klinkt er een alarmsignaal (ook bij alle verbonden melders). De rode LED van de melder die de rook heeft gedetecteerd knippert snel om aan te geven dat daar de brand is ontdekt. 6.1.5.
6.2. Storingsmelding 6.2.1. Batterij bijna leeg De batterij blijft normaal gesproken minimaal 10 jaar werken voordat de energie deels is verbruikt. Controleer op de zijkant van het apparaat op welke datum de melder is vervangen. Wanneer de automatische zelftest tot de conclusie komt dat de batterij zwakker wordt, geeft de melder een geluidssignaal en knippert tegelijkertijd de rode LED.
Alleen i-serie: wanneer u niet direct in de gelegenheid bent om het apparaat te vervangen, kunt u de testknop indrukken om het geluidssignaal en de gele LED voor 12 uur uit te schakelen. U kunt deze procedure zo lang als nodig is herhalen. Ei650 overzicht van de signalen Bedrijfsmodus Rode LED...
Pagina 31
Ei650i overzicht van de signalen Normaal Actie Rode LED Gele LED Geluidssignaal Melder vervangen Ingebruikname Op de voet draaien 1x knipperen 1x knipperen Normaal bedrijf (Stand-by) Controle van de werking/test Knop indrukken en Snel knipperen (0,5 s) Volume oplopend tot Wanneer de ingedrukt houden maximum...
6.3. Diagnosemodi – i-serie rookmelders Tijdens het jaarlijkse onderhoud kunt u met behulp van de diagnosemodi van de i-serie vaststellen of er al alarmmeldingen zijn gegeven, een defect apparaat identificeren of storingssituaties voorspellen die naar verwachting vóór het volgende jaarlijkse onderhoud zullen optreden.
6.3.3. Identificatie van defecte apparaten Houd de testknop ingedrukt voor de identificatie van een piepende melder, Een snel knipperende LED wijst op een storing in de rookkamer. Wanneer de batterijspanning te laag is, knippert de gele LED snel en loopt het volume langzaam op tot het maximum. In beide gevallen moet de melder worden vervangen.
- Voorzie alle draadloze melders van een huiscode – zie de brochure "Draadloze modules voor de batterijgevoede rookmelders van de serie Ei650“. Wanneer de melders zich nog in de standaard fabriekstoestand bevinden, kunnen deze door andere melders buiten het netwerk...
De melder geeft bij het indrukken van de testknop geen waarschuwingssignaal - Controleer de leeftijd van de melder, zie etiket "Datum vervanging" op de zijkant van het apparaat. - Controleer of de melder volledig op de montageplaat is gedraaid en daardoor op de batterij is aangesloten.
Pagina 36
- De houdbaarheid van de batterij wordt mogelijk korter door lang aanhoudende hoge temperaturen of temperaturen onder het vriespunt, hoge luchtvochtigheid of een groot aantal valse alarmmeldingen. - Een ongewenst alarm kan snel worden uitgeschakeld door met een krant of iets dergelijks lucht in het apparaat te waaien om de rook te verwijderen of door op de test-/uitschakelknop te drukken.
Pagina 37
Opmerkingen over brandveiligheid. - Sla benzine en andere brandbare stoffen op de juiste manier op. Voer met olie vervuilde of ontvlambare lappen af. - Breng altijd een metalen rooster aan voor een open haard en laat de schoorsteen regelmatig reinigen. - Vervang versleten of beschadigde stopcontacten, schakelaars, kabels en gescheurde of doorgesleten elektrische kabels en stekkers.
Plannen van de vluchtroute voor het geval de melders reageren: 1. Controller de kamerdeuren op hitte of rook. Open geen hete deuren. Neem een andere vluchtroute. Sluit bij het verlaten alle deuren achter u. 2. Bij zware rookontwikkeling blijft u dichtbij de vloer en kruipt u naar buiten. Adem kort in (indien mogelijk door een natte doek) of houd de adem in.
10. Garantie Ei Electronics geeft op deze melder vijf jaar garantie vanaf de aankoopdatum op gebreken die het gevolg zijn van materiaal- of fabricagefouten. Deze garantie geldt onder normale gebruiks- en onderhoudsomstandigheden en geldt niet voor schade die het gevolg is van ongevallen, nalatigheid, misbruik, demontage door onbevoegden of verontreiniging van enige aard.