5.
INGEBRUIKNAME
Voor ingebruikname moeten alle beschermkappen en veiligheid hulpstukken
correct gemonteerd zijn.
Controleer altijd voor u begint met werken:
• of alle schroeven, bouten en moeren vast zitten;
• of de bedieningshendels vrij bewogen kunnen worden;
• of de kloofbeitel vrij van kan bewegen, door beide bediening hendels te testen
De elektrische onderdelen, deze moeten volkomen droog zijn;
• of de aansluitkabel voor de machine geschikt is
• de te kloven houtstukken. Er mogen zich geen vreemde voorwerpen in
bevinden.
Let op! Stroomaansluiting
Zet de machine niet onder spanning voordat u alle testen en controles heeft
uitgevoerd.
De motor is geschikt voor de in technische gegevens vastgelegde voltages en
frequenties.
Normale werkzaamheden kunnen bij een voltage/ spanning uitgevoerd worden,
die de voorgeschreven spanning overschrijdt met maximaal plus 10% of -10%.
Het gebruik met spanningen buiten dit bereik kan tot oververhitting of doorbranden
van de motor leiden.
Zware belasting vraagt om een spanning, die niet onder de voorgeschreven
spanning mag liggen.
Gebruik de machine alleen aan stroomvoorziening, die aan de volgende vereisten
voldoet:
• Beveiliging met een FI – aardlekschakelaar van 16 mA;
• De stopcontacten moeten volgens de voorschriften zijn gemonteerd, geaard en
getest.
Zorg ervoor dat de stroomkabel niet beschadigd kan worden gedurende de
werkzaamheden.
Bescherm de stroomkabel tegen hitte, agressieve vloeistoffen en scherpe
voorwerpen.
Gebruik bij voorkeur alleen neopreen verlengkabels met een diameter van
2,5mm (vraag uw vak handelaar!).
Haal nooit de stekker door middel van de stroomkabel uit het stopcontact.