j
Druk op
.
Het borduurscherm wordt weergegeven.
k
Controleer het borduurscherm en rijg de bovendraden
in. (pagina 76)
l
Begin met borduren. (pagina 82)
Omrandings- en kaderpatronen
a
Druk op
.
b
Selecteer de gewenste vorm voor het kader in de
bovenste tabs.
De omrandings- en kaderpatronen worden hieronder
weergegeven.
1
2
1 Kadervormen
2 Omrandings- en kaderpatronen
c
Tik op het gewenste omrandings- en kaderpatroon.
Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
d
Druk op
.
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
e
Volg de procedure vanaf stap
"Borduurpatronen" op pagina 38.
e
l
tot
van
Decoratieve steken / grote
knoopsgatpatronen
a
Druk op
.
b
Selecteer de gewenste categorie decoratieve steken of
grote knoopsgatpatronen.
De lijst met patronen van de geselecteerde categorie
verschijnt.
c
Selecteer een patroon.
Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
d
Bewerk het patroon indien nodig.
1
1 De grote knoopsgatpatronen kunt u in kleine,
middelgrote en grote afmetingen selecteren.
2 Spiegel het patroon horizontaal.
e
Druk op
.
Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
f
Volg de procedure vanaf stap
"Borduurpatronen" op pagina 38.
BORDUURBEGINSELEN
2
e
l
tot
van
39
2