2. Veiligheidsvoorschriften
■ Vermijd algemeen bij het dragen van zware delen
een gebukte lichaamshouding, d.w.z. zorg voor een
gestrekte rug. Zorg vooral bij werkzaamheden op lad-
ders of stellingen voor voldoende stabiliteit.
■ Gebruik de voor het transport van de aandrijving en
het bedieningspaneel bedoelde grepen. Zorg ervoor
dat de grepen altijd schoon en vrij van vet zijn.
■ De aandrijving en het bedieningspaneel mogen met
de kraan enkel aan de daarvoor bestemde kraanogen
getransporteerd worden.
■ Het transport met kraan enkel met de gangbare
bouwkranen en mobiele kranen uitvoeren.
2.5
Veiligheidsvoorschriften op de werkplaats
■ Het zaaggebied moet zo worden afgeschermd, dat
bedieners, andere personen en voorwerpen niet door
weggeslingerde of afbrekende delen (uitgebroken
diamantsegment, kiezels, zaagslib en dergelijke) ver-
wond resp. beschadigd kunnen raken. Scherm ook
het niet zichtbare bereik aan de andere kant van de
zaagsnede af.
■ De gevarenzone mag tijdens het zagen NOOIT
betreden worden.. Houd een gebied aan van 3 m
rondom de te maken zaagsnede.
3m
STOP
3m
3m
STOP
STOP
-ATTENTIE-
Beveilig de werkplek. Verzeker dat niemand gewond
kan raken of eigendom/ apparatuur beschadigd kan
8
3m
3m
STOP
STOP
3m
STOP
STOP
raken door vallende objecten of mogelijk rondvlie-
gend puin tijdens het zagen.
1. De goedkeuring van de werfingenieur of het werf-
management moet worden verkregen alvorens
met de zaagwerkzaamheden te beginnen.
2. Kijk na of oversnit aan de hoeken is toegelaten.
Indien niet dient u eerst in deze hoeken te boren.
3. Controleer dat de werkplek is afgesloten, dat vol-
doende ondersteuningen zijn voorzien en dat
waarschuwingen naar derden duidelijk zichtbaar
zijn aangebracht.
De gevarenzone mag alleen bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar (noodstopschakelaar) worden betreden.
2.6
Voorbereiden van het werk
■ Zorg voor orde op uw werkplek, b.v. slangen en
snoeren volledig uitrollen. Wanorde op de werkplek
kan ongevallen veroorzaken.
■ Zorg ervoor dat er zich in het zaagbereik geen gas-,
water-, stroom- of andere leidingen bevinden. Dicht bij
het zaagbereik liggende leidingen die b.v. door vallen-
de delen beschadigd zouden kunnen worden, moeten
extra beveiligd en eventueel buiten bedrijf gesteld wor-
STOP
den.
■ Zorg ervoor dat het gebruikte koelwater gecontro-
leerd wegstroomt of afgezogen wordt. Ongecontro-
leerd wegstromend of rondspattend water kan scha-
de of ongevallen veroorzaken. Denk er ook aan dat
water via niet zichtbare, van binnen liggende holle
ruimtes kan weg stromen, b.v. in het metselwerk.
■ Houd rekening met de invloeden uit de omgeving.
Gebruik het hydraulische zaagsysteem niet in explo-
sieve ruimtes of in de buurt van brandbare materialen,
vloeistoffen of gassen. Wegspattende vonken of elek-
trostatische ontladingen kunnen brand of explosies
veroorzaken.
■ Zaag geen materiaal waarbij door het zaagproces
stoffen of dampen kunnen ontstaan die gevaarlijk zijn
voor de gezondheid of explosief zijn.
■ Zaag geen licht ontvlambare aluminium- en mag-
nesiumlegeringen.