Inhoudsopgave
Advertenties
7. Installatie van het zaagsysteem met werkvarianten
7.3
Montage van de D-R..L-rail, railhaak en rail-
verlenging
– D-R..L-rails zijn beschikbar in de lengtes 50, 100,
150, 200 en 230 cm.
– Voor verticale toepassingen de railhaak D-CP-M/L
aan de D-R..L-rail vastmaken en deze in de boven-
ste, nauwkeurig voorbereide en waterpas gezette
DS-RF-railvoet hangen.
– Rail ook in de onderste, nog niet vast gemonteerde
railvoet hangen, de klemplaten omhoog schuiven en
de M12-schroef vastdraaien. Voor het definitieve
vastdraaien de zaagsnedeafstanden en de waterpas-
stand nogmaals controleren.
– Bij elke railmontage de railvoet altijd haaks op de rail
uitrichten en vervolgens alle railbevestigingsschroe-
ven krachtig vastdraaien.
– Alle Hilti D-R..L-rails kunnen met een conusverbin-
ding tot een stijve eenheid verlengd worden met de
dubbele conus D-CO-ML en 2 excenterbouten.
– Aanbevolen afstand tussen de railvoeten: ca. 1,5 m.
– Als er geen dubbele conus beschikbaar is, kunnen
de rails ook verlengd worden door een railvoet tus-
sen twee rails te monteren.
– De D-R..L-rails dienen ook als boorkolom bij het
hydraulische boorsysteem DD-750 HY.
Railhaak vastzetten
16
1
DS-RF
Railvoet
Klemplaat
2
met
M12-schroef
SW 19 mm
Railvoet met
klemplaat
DS-ES-L
DS-RF
Rail verlengen met conus D-CO-ML,
of railvoet DS-RF in het midden van de
railverbinding positioneren
DS-RF
DS-ES-L
D-CO-ML
dubbele conus
D-CP-ML
railhaak
D-EP-ML
excenterbout
DS-ES-L
eindstop
Advertenties
Inhoudsopgave
