Inhoudsopgave
Advertenties
7.4
Montage zaagkop DS-TS 22 , hydraulische
slangen en zaagblad
– De roteerbare zaagarm op het chassis staat in de
basispositie verticaal naar boven. De handgrepen ➋
ontgrendelen door met uw duimen op de zwarte
vastzetknoppen ➌ te drukken en ze naar buiten in
de richting van de zaagarm te draaien tot ze inklik-
ken. De excenterrollen ➍ aan de kant van de zaag-
arm staan nu in de stand open.
– De zaagkop op de vastgezette rail zetten, in de tand-
stang klikken en met uw duimen op de vastzetknop-
pen drukken om de handgrepen en daarmee de
excenterrollen te sluiten.
– Hydraulische slangen D-PH 58 ➎ (drukslangen
(voor de aandrijving) en D-FH 4/14 slangpakket ➏
besturingsslangen
1
/
– Houder van zaagbladafscherming ➐ aan de zaag-
arm in de passende positie brengen, voor het mon-
teren van het zaagblad de binnenzeskantschroef in
het centrum van de zaagarm krachtig aandraaien
met de zeskantsleutel SW 10 mm. Zo blijft de hou-
der en daarmee de bladafscherming tijdens het hele
zaagproces onveranderd in de gewenste positie.
Montage zaagblad
– Kies het zaagblad (diameter, type CS-M, CM-M) cor-
responderend met het beton, de opdracht en de
geplande volgorde van de zaagsneden met verschil-
lende zaagbladdiameters.
– In de juiste versnelling schakelen (langzame 1e ver-
snelling / snelle 2e versnelling).
– Het zaagblad in de juiste draairichting op de aan-
drijfnaaf van de zaagarm zetten.
– De speciale bladflens ➑ en de speciale schroef ➒
M12×25 (kwaliteit 10.9) monteren.
– Zaagblad licht draaiend zo richten dat de boringen
voor de bevestiging van het gelijkzaagblad NAAST
de 6 watergleuven komen te liggen.
– Met de ringsleutel de speciale schroef M12 krachtig
vastdraaien.
7.5
Aanwijzingen voor het omgaan met
hydraulische slangen en de hydraulische
koppelingen
– Voor het aanbrengen van de koppeling deze altijd
met een doek reinigen, na de hoorbare klik bij het
insteken de beveiligingsring aan de koppeling
draaien.
7. Installatie van het zaagsysteem met werkvarianten
ʺ) aan de zaagkop aansluiten.
4
– Het dagelijkse reinigen van alle hydraulische koppe-
lingen is belangrijk voor het betrouwbaar functione-
ren en de levensduur van het hele systeem.
– Voorkom dat de hydraulische koppelingen in het
vuil liggen of tegen betonvlakken slaan. Voorkom
dat hydraulische slangen over scherpe randen wor-
den getrokken.
– Na het transport van alle modulen naar de werkplek
moet het aggregaat correct geplaatst worden en
moeten de hydraulische slangen onmiddellijk met
het aggregaat worden verbonden. Zo kan er ook bij
sterke zonneschijn geen druk meer in de slangen
ontstaan.
– Als de hydraulische slangen toch en ondanks het
5
/
ʺ
8
bewegen van alle ventielen (besturingen) niet aange-
sloten kunnen worden, kan de overdruk in de slan-
gen met D-PRT drukontlastingsventielen verlaagd
worden (aparte bedieningshandleiding). De kleine
hoeveelheid uitlopende olie met een doek opvangen.
– Voor het demonteren van de koppelingen eerst de
vergrendelingshuls draaien tot deze in de kogelposi-
tie vastklikt.
D-PRT FH
1
/
ʺ drukontlastingsventiel
4
D-PRT PH
5
/
ʺ drukontlastingsventiel
8
8
1
4
3
9
7
3
6
5
2
17
Advertenties
Inhoudsopgave
