Bedieningshandleiding | VACON® 100 wandgemonteerde
frequentieregelaars
7.4.3.2 Trekontlasting
Installeer de kabel met trekontlasting als er mogelijk trekspanning kan optreden. Breng de trekontlasting van de veldbuskabels bij
voorkeur niet aan op dezelfde plaats als de aansluiting van de afscherming op aarde. Hierdoor kan de effectiviteit van de
doorverbinding worden aangetast. De trekspanning en trillingen kunnen ook schade aan de afscherming veroorzaken.
7.4.4 Inbedrijfstelling en bekabeling Ethernet
7.4.4.1 Algemene bekabelingsinstructies voor Ethernet
Gebruik uitsluitend afgeschermde kabels van categorie CAT5e of CAT6.
Tabel 19: Aanbevolen kabelafscherming
Volgorde van aanbevelingen
1
2
3
4
Gebruik standaard Ethernet 100 Mbit pinout-connectoren. Gebruik een afgeschermde RJ45-stekker met een maximumlengte van
40 mm (1,57 inch).
De maximumlengte van de CAT5e- of CAT6-kabel tussen twee RJ45-poorten is 100 meter. U kunt kabels met een specifieke lengte
kopen of kabel in bulk kopen en de connectoren bij de inbedrijfstelling monteren. Volg de instructies van de fabrikant op als u de
connectoren handmatig monteert. Als u de kabels zelf klaarmaakt, zorg er dan voor dat u het juiste krimpgereedschap gebruikt en
voorzichtig te werk gaat. De individuele contacten van de RJ45-aansluiting worden toegewezen volgens de T568-B-standaard.
Voor standaard gebruik is het belangrijk dat de RJ45-connectoren in de kabel (of de connectoren die worden gemonteerd) de
kabelafscherming verbinden met het aardingsniveau van de Ethernet-klem in de frequentieregelaar.
7.4.4.2 De kabelafscherming aarden
Potentiaalvereffening heeft betrekking op het gebruik van metalen delen om ervoor te zorgen dat de aardpotentiaal overal in de
installatie gelijk is – de systeemaarde. Als de aardpotentiaal van alle apparaten gelijk is, voorkomt u dat er stroom gaat lopen via routes
die niet ontworpen zijn om stroom te voeren. U kunt kabels ook efficiënt afschermen.
Een fout in de potentiaalvereffening kan leiden tot slechte of niet-werkende veldbuscommunicatie. Het is niet eenvoudig om een fout
in de potentiaalvereffening op te sporen. Het is ook niet eenvoudig om fouten in een grote installatie te corrigeren na de
inbedrijfstelling. Het is daarom belangrijk om al in de planningsfase van de installatie aan een goede potentiaalvereffening te denken.
Ga in de inbedrijfstellingsfase zorgvuldig te werk bij het maken van de aansluitingen voor de potentiaalvereffening.
Voer de aarding uit met een lage HF-impedantie, bijvoorbeeld via backplanemontage. Als aardverbindingsdraden nodig zijn, gebruik
dan zo kort mogelijke draden. Een laklaag op metaal werkt als isolator en voorkomt aarding. Verwijder de laklaag voordat u de aarding
uitvoert.
Voor een goede potentiaalvereffening moeten de RJ45-connectoren in de kabel (of de connectoren die worden gemonteerd) de
kabelafscherming verbinden met het aardingsniveau van de Ethernet-klem in de frequentieregelaar. De kabelafscherming kan aan
beide uiteinden op het aardingsniveau worden aangesloten via het ingebouwde RC-circuit
verstoringen en voorkomt tot op zekere hoogte dat er stroom door de kabelafscherming gaat lopen. Gebruik een afgeschermde
ethernetkabel (S/FTP of STP) die apparaten aardt via een RJ45-connector en zo gebruikmaakt van een ingebouwd RC-circuit in de
frequentieregelaar.
Danfoss A/S © 2019.05
Kabel
Afgeschermde en met folie omwikkelde gedraaide paren (S/FTP) CAT5e of CAT6
Afgeschermde gedraaide paren (STP) CAT5e of CAT6
Met folie omwikkelde gedraaide paren (S/FTP) CAT5e of CAT6
Niet-afgeschermde gedraaide paren (UTP) CAT5e of CAT6
Besturingseenheid
(illustration
29). Dat zorgt voor aarding van
AQ298036140958nl-000101 / DPD01717| 75