Bedieningshandleiding | VACON® 100 wandgemonteerde
frequentieregelaars
•
Modbus RTU
•
BACnet MSTP
•
Metasys N2
7.4.3 Algemene bekabelingsinstructies voor veldbus
Gebruik in het netwerk uitsluitend componenten die voldoen aan de industriële normen en vermijd complexe structuren, om de
responstijd en het aantal incorrecte verzendingen tot een minimum te beperken. De vereisten voor commerciële
bekabelingscomponenten zijn gespecificeerd in sectie 8-8 van de normen van de ANSI/TIA/EIA-568-B-serie. Het gebruik van
commerciële componenten kan leiden tot lagere systeemprestaties. Het gebruik van dergelijke producten of componenten kan leiden
tot suboptimale prestaties in industriële regeltoepassingen.
7.4.3.1 Kabels aanleggen
Het is belangrijk dat veldbuskabels gescheiden worden gehouden van motorkabels. De aanbevolen minimumafstand is 300 mm.
Voorkom dat veldbuskabels en motorkabels elkaar kruisen. Als dat niet mogelijk is, moeten de veldbuskabels andere kabels kruisen
onder een hoek van 90°.
Afgeschermde veldbus- en stuurkabels kunnen parallel worden gelegd. Installeer een geaarde metalen kabelgoot rond de veldbus- en
stuurkabelroute om te voorzien in extra afscherming.
90°
B
A Motorkabels
Afbeelding 26:
De motor- en veldbuskabels aanleggen
Gebruik kabels met de juiste lengte. Als er kabellengte overblijft, plaats die dan op een ruisvrije locatie. Meerdere kabelwikkelingen
met een grote omtrek werken als een antenne (zie
communicatieproblemen veroorzaken.
Danfoss A/S © 2019.05
A
B Veldbuskabels
illustration
27). Ruis maakt verbinding met de veldbuskabel en kan
Besturingseenheid
AQ298036140958nl-000101 / DPD01717| 73