Bedieningshandleiding | VACON® 100 wandgemonteerde
frequentieregelaars
A
C
A Aardleiding en afscherming
C Afscherming
Afbeelding 9:
Kabels met aardleidingen
Om aan de EMC-normen te voldoen, moet u bij alle behuizingsgroottes de standaardwaarden voor de schakelfrequenties gebruiken.
Als u een veiligheidsschakelaar installeert, moet u ervoor zorgen dat de EMC-bescherming vanaf het begin van de kabels doorloopt tot
aan de uiteinden.
De frequentieregelaar moet voldoen aan de norm IEC 61000-3-12. Om daaraan te voldoen, moet het kortsluitvermogen S
120 R
zijn bij het koppelingspunt tussen het interne net en het openbare elektriciteitsnet. Zorg ervoor dat de frequentieregelaar en
SCE
de motor worden aangesloten op een net met een kortsluitvermogen S
energiebedrijf.
6.2.1 Installatie in een hoekgeaard netwerk
Hoekaarding is toegestaan in de volgende gevallen:
•
Behuizingsgrootte MR4-MR6 met een netspanning van 208-240 V tot 2000 meter
•
Behuizingsgrootte MR7-MR9 met een nominale stroom van 75-310 A en een netspanning van 208-240 V
Behuizingsgrootte MR7-MR9 met een nominale stroom van 72-385 A en een netspanning van 380-500 V
Gebruik hoekaarding niet in de volgende gevallen:
•
Behuizingsgrootte MR4-MR6 met een nominale stroom van 3,4-61 A en een netspanning van 380-500 V
•
Frequentieregelaars met een netspanning van 525-600 V of 525-690 V
Als hoekaarding wordt toegepast, moet de frequentieregelaar EMC-beschermingsniveau C4 hebben. Zie de instructies in
in een IT-systeem
als u het EMC-beschermingsniveau van C2 of C3 wilt wijzigen naar C4.
6.3 Aarding
Aard de frequentieregelaar volgens de relevante normen en richtlijnen.
Danfoss A/S © 2019.05
B
B Aardleidingen
van minimaal 120 R
. Neem zo nodig contact op met het
SC
SCE
AQ298036140958nl-000101 / DPD01717| 35
Elektrische installatie
minimaal
SC
6.6 Installatie