5. Papier en overige media
3.
Pas de papiergeleider aan beide zijden van de envelop aan zodat hij past.
• Zorg dat u de enveloppen zo plaatst dat de flappen aan de rechterkant of voorkant zitten. Als u dit
niet doet, raken de enveloppen gekreukeld.
• Als enveloppen tijdens het afdrukken verkreukelen, plaatst u de enveloppen in omgekeerde
richting en draait u het afdrukobject 180 graden met behulp van het printerstuurprogramma
voordat u afdrukt. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.
• Voor details over papiersoorten die door het apparaat ondersteund worden, raadpleeg Pag.53
"Papier en overige media".
• Voor details over de papierinstellingen, raadpleeg Pag.78 "Een papierformaat instellen met
behulp van het bedieningspaneel" en Pag.86 "Een papiersoort voor de handinvoer specificeren".
96
CER239