6. Verbruiksartikelen vervangen
1.
Trek de hendel van de bovenklep op om de bovenklep te openen.
2.
Houd de cartridge in het midden vast en trek hem voorzichtig omhoog en eruit.
Beginnend vanaf achteraan worden de printcartridges in de volgorde cyaan (C), magenta (M),
geel (Y) en zwart (K) geïnstalleerd.
• Schud de verwijderde printcartridge niet. De resterende toner kan eruit lekken.
• Plaats de oude printcartridge op papier of ander materiaal om uw werkruimte niet vuil te
maken.
• Een sticker met de kleur is op elke printcartridge bevestigd.
3.
Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking en dan uit de plastic zak.
100
CER006
CER007
CBK123