8.
Controleer of er geen openingen tussen het papier en de papiergeleiders zijn; zowel bij
de papiergeleiders aan de zijkant als aan de voorkant.
Als er een opening is tussen het papier en de voorste papiergeleider, zoals in het voorbeeld
hieronder, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.
9.
Duw lade 1 voorzichtig recht in de printer.
Zorg om papierstoringen te voorkomen, dat de lade stevig is geplaatst.
• Om het verlengstuk opnieuw te plaatsen, moet u het met enige kracht erin duwen.
• De bovenste limiet verschilt afhankelijk van het soort papier; dun papier of dik papier. Controleer
de sticker aan de binnenkant van de lade om de bovengrens te bevestigen.
CER105
CER106
CER035
Papier plaatsen
77