Op het display verschijnt het diodesymbool
-
Verbind nu beide meetpunten met het meetobject (diode). De doorlaatspanning
wordt weergegeven.
Als u een diode in doorlaatrichting test (rood meetpunt aan anode = diodezijde
zonder ringmarkering), wordt een spanning vanaf ca. 0,6 V (siliciumdiode)
gemeten, mits het diodetraject niet defect is.
Meet u daarentegen (rode meetsnoer aan kathode = diodezijde met ringmar-
kering) dan verschijnt "OL" op het display.
Wordt daarentegen een "Spanningswaarde" getoond, zo heeft u het meetob-
ject verkeerd aangesloten of deze is defect.
Stroommeting (alleen VC-86)
In het stroommeetbereik kunnen stromen tot 340 mA gemeten worden. Het stroom-
meetbereik is beveiligd en daarom beschermd tegen overbelasting.
Voor het meten van gelijkstromen handelt u als volgt:
-
Zet de bereikskeuzeschakelaar (10) op positie "A".
-
Verbind nu beide meetpunten in serie met het meetobject (batterij, schakeling
enz.); de overeenkomstige polariteit van de meetwaarde wordt samen met de
momentele meetwaarde op het display (6) weergegeven.
Voor het meten van wisselstromen handelt u als volgt:
Druk in het stroommeetbereik op de toets "S" (5) om naar het AC-bereik te wis-
-
selen; opnieuw op deze toets drukken en u gaat terug naar het DC-bereik.
-
Verbind nu beide meetpunten in serie met het meetobject (generator, schakeling
enz.); de meetwaarde wordt nu op het display (6) weergegeven.
Meet in het mA-bereik beslist nooit stromen boven 340 mA.
Max- Hold-functie (alleen VC-82)
Het type VC-82 is uitgerust met een MAX-Hold-functie. Indien tijdens het meten op
de MAX-toets (7) gedrukt wordt, zal automatisch de volgend hoger gemeten waarde
op het display (6) aangeduid worden. Voor het deactiveren van de MAX-toets (7)
drukt u opnieuw op deze toets.
.
10