7
Schakel het selectievakje "Yes, I
want to restart my computer
now" in en klik op "OK".
Als de computer opnieuw is
opgestart, worden de betreffende
bestanden verwijderd en is het
verwijderen voltooid.
Het verwijderen controleren
Selecteer "Printers and Faxes" (Printers en
faxapparaten) (alleen voor Windows
Professional/Windows
®
Windows
XP Media Center Edition) of
"Printers" vanuit "Control Panel"
(Configuratiescherm) om te controleren of
"DPP-FP50" wordt weergegeven. Als dit
niet wordt weergegeven, is de printerdriver
correct verwijderd.
PictureGear Studio installeren
1
Schakel de computer in en start
Windows.
• Als u de software wilt installeren of
verwijderen in Windows
Professional, moet u zich
aanmelden als "Administrator"
(Beheerder) of "Power user"
(Hoofdgebruiker).
• Wilt u de software installeren of
verwijderen in Windows
Professional/Windows‚ XP Home
Edition/Windows‚ XP Media Center
Edition, dan moet u zich aanmelden
met een gebruikersnaam die hoort
bij de gebruikersaccount "Computer
administrator" (Beheerder van deze
computer).
NL
62
®
XP
®
XP Home Edition/
®
2000
®
XP
Opmerkingen
• Sluit alle geopende programma's
voordat u de software installeert.
• De dialoogvensters in dit gedeelte zijn
afkomstig uit Windows XP Professional,
tenzij anders aangegeven. Afhankelijk
van het besturingssysteem kunnen de
weergegeven installatieprocedures en
dialoogvensters verschillen.
2
Plaats de bijgeleverde CD-ROM in
het CD-ROM-station van de
computer.
De installatie wordt automatisch
gestart en het installatievenster wordt
weergegeven.
Opmerkingen
• Als het installatievenster niet
automatisch wordt weergegeven,
dubbelklikt u op "Setup.exe" van de
CD-ROM.
• Afhankelijk van de computeromgeving
moet u Microsoft Data Access
Component 2.7 en Jet 1.0 installeren
tijdens de installatie van PictureGear
Studio. Als dit het geval is, wordt het
dialoogvenster voor het installeren van
programma's automatisch weergegeven.
Volg de instructies op het scherm om
verder te gaan met de installatie.
3
Klik op "Installing PictureGear
Studio".
Het dialoogvenster "PictureGear
Studio Setup" verschijnt.
4
Klik op "Next".
Het dialoogvenster voor het opgeven
van de bestemmingsmap wordt
weergegeven.
5
Controleer de bestemming en klik
op "Next".
Als u een andere bestemmingsmap
wilt opgeven, klikt u op "Browse".