Beelden aanpassen
1
Geef het menu Edit weer (pagina 31).
2
Druk op g/G/f/F om
te selecteren en druk op ENTER.
Het menu Adjust wordt weergegeven.
Menu Adjust
Hulpmiddel voor aanpassen
3
Druk op f/F om het gewenste
hulpmiddel voor aanpassen te
selecteren en druk op ENTER.
De aanpassingsbalk verschijnt.
Als "Brightness" is geselecteerd.
4
Verplaats het schuifblokje naar de
gewenste positie om het niveau
aan te passen.
• Brightness: druk op f om de foto
helderder te maken of op F om de
foto donkerder te maken.
• Tint: druk op f om de foto blauwer te
maken of op F om de foto roder te maken.
• Saturation: druk op f om de
kleuren dieper te maken of op F om
de kleuren lichter te maken.
(aanpassen)
Aanpassingsbalk
• Sharpness: druk op f om de
contouren van het beeld scherper te
maken of op F om de contouren te
herstellen.
5
Druk op ENTER.
De aanpassingen worden geactiveerd.
De aanpassingen ongedaan maken
Druk op g/G/f/F om "Reset" te selecteren
en druk op ENTER. De aanpassingen van het
beeld worden ongedaan gemaakt.
Speciale filters aan een beeld
toevoegen
1
Geef het menu Edit weer (pagina
31).
2
Druk op g/G/f/F om
selecteren en druk op ENTER.
Het menu Filter wordt weergegeven.
Menu Filter
3
Druk op f/F om het filter te
selecteren dat u aan het beeld
wilt toevoegen.
• Sepia: het beeld lijkt op een oude
foto met vervaagde kleuren.
• Monochrome: het beeld wordt
monochroom.
• Paint: het beeld lijkt op een
schilderij.
• Fish-eye: het beeld lijkt op een foto
die is genomen met een fish-eye lens.
• Clear Filter: het filter wordt uit het
beeld verwijderd.
(filter) te
Hulpmiddel voor filters
Wordt vervolgd
NL
33