7
Druk op g/G/f/F om het
gewenste beeld te selecteren en
druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
het beeldformaat en de beeldpositie
wordt weergegeven.
Hulpmiddelen voor aanpassen
8
Druk op g/G/f/F om het gewenste
hulpmiddel voor aanpassen te
selecteren en druk op ENTER.
Items
Functies
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld groter.
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld kleiner.
Verplaats het
aanpassingskader met g/G/
f/F en druk op ENTER.
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld 90° rechtsom
gedraaid.
Wanneer u op ENTER drukt,
wordt het beeld 90° linksom
gedraaid.
9
Druk op g/G/f/F om "Execute" te
selecteren en druk op ENTER.
Het venster voor het aanpassen van
het omkaderde beeldformaat en de
positie wordt weergegeven.
10
Pas het formaat en de positie van
het omkaderde beeld aan.
Zie stap 8 voor meer informatie over
aanpassingen.
11
Druk op g/G/f/F om "Execute" te
selecteren en druk op ENTER.
Het omkaderde beeld wordt
weergegeven.
Met de items in dit venster kunt u uw
favoriete effecten toevoegen aan de
afdruk (pagina 42-43).
Items die u aan de afdruk kunt toevoegen
Voorbeeld van de afdruk
12
Controleer het voorbeeld, sla het
Creative Print-beeld op en druk
dit af.
Zie pagina 38 voor het afdrukken en
opslaan van beelden.
NL
41