Inhoudsopgave
Advertenties
nl De Bediening in essentie
Reinig het apparaat en de accessoires.
5.1 Apparaat opwarmen
6 De Bediening in essentie
6.1 Apparaat inschakelen
Druk de rechter bedieningsknop in
1.
naar links of rechts op de gewenste temperatuur
tussen 120 en 240°C
a De lichtring op de bedieningsknop knippert, terwijl
het apparaat opwarmt.
Druk de linker bedieningsknop in en kies de ge-
2.
wenste kookzone, om alleen de voorste of achterste
kookzone, of het gehele braadoppervlak te verwar-
men.
Wacht tot de ingestelde temperatuur is bereikt.
3.
a De lichtring op de bedieningsknop brandt constant.
7 Zo lukt het
Voor diverse producten vindt u hier de passende instel-
lingen alsmede nuttige opmerkingen. Wij hebben het
advies optimaal op uw apparaat afgestemd.
7.1 Tips voor het koken en braden
¡ Leg het product er pas op, wanneer de opwarmindi-
catie is gedoofd. Leg ook bij de temperatuurverho-
ging tussen twee bereidingen het product er pas op,
wanneer de opwarmindicatie is gedoofd.
¡ Druk stukken vlees, gevogelte en vis met de spatel
vlak op het braadoppervlak. Om de vezels niet te
verstoren, keert u het product pas wanneer het licht
van de plaat loslaat. Anders kan er vloeistof uittre-
den, hetgeen leidt tot uitdrogen van het product.
¡ Let er op dat stukken vlees, gevogelte en vis bij het
braden elkaar niet aanraken. Anders kan en vloei-
stof uit het product worden onttrokken.
¡ Steek of snijd tijdens het bereiden niet in het vlees,
omdat er anders vleessap kan uittreden.
¡ Zout vlees, gevogelte en vis pas na het braden, om
geen water en oplosbare voedingsstoffen te ontrek-
ken.
6
en draai deze
.
Verwarm het apparaat enkele minuten op 200°C
▶
om de nieuwe geur van het apparaat te doen ver-
dwijnen.
Rookontwikkeling en geurvorming zijn normaal.
Ventileer de ruimte waarin het apparaat is geplaatst
goed.
Verdeel een beetje olie of vet met een spatel of een
4.
hittebestendige kwast, bijv. een siliconenkwast, ge-
lijkmatig over het braadoppervlak.
Leg de producten direct op het braadvlak.
5.
Gebruik geen kookpannen of bakpannen.
‒
Gebruik voor het omdraaien van de producten de
6.
meegeleverde spatels.
6.2 Apparaat uitschakelen
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Het apparaat blijft na het uitschakelen lange tijd heet.
Raak het apparaat niet aan zolang de restwarmte-in-
▶
dicatie brandt.
Draai de bedieningsknop op 0.
▶
6.3 Warmhoudstand inschakelen
Op de warmhoudstand kunt u de gerechten warmhou-
den.
Draai de rechter bedieningsknop op
1.
Selecteer met de linker bedieningsknop het hele
2.
braadoppervlak, alleen het voorste of alleen het
achterste.
¡ Visfilets kunt u voor het braden door bloem halen,
om ervoor te zorgen dat de visfilet minder sterk blijft
plakken.
¡ Braad visfilets eerst op de huidzijde. Keer indien
mogelijk de visfilet slechts één maal.
¡ Gebruik uitsluitend oliën en vetten die sterk verhit
mogen worden en geschikt zijn voor het braden,
bijv. geraffineerde plantenolie of geklaarde boter.
¡ Het braadvlak is in het midden heter dan aan de
rand. Wanneer u gerechten met verschillende berei-
dingstijden en temperatuureisen tegelijk bereidt,
kunt u het product optimaal over de plaat verdelen.
Houd ook rekening met de verschillende temperatu-
ren van het braadoppervlak bij de keuze van de
hoeveelheid product. Hoe dunner het product is,
des te hoger de temperatuur en des te korter de be-
reidingstijd.
¡ Kies bij het werken met slechts één verhittingszone
steeds de hoogste instelling van het in de berei-
dingstabel aangegeven temperatuurbereik. Als alter-
natief kunt u 10°C meer instellen, dan u het bij de
bereiding met beide verhittingszones gewend bent.
Gebruik circa de helft van de aangegeven hoeveel-
heid.
.
Advertenties
Inhoudsopgave
