GELUIDSREGELING
TYPISCH - FM-RADIO WEERGEGEVEN
1. Huidige band
2. Voorkeuzezendernummer
3. Huidige zender
4. Volumeniveau
Onderweg zijn de beschikbare ra-
diofuncties:
-
Audiovolume
-
Dempen, zoeken en zwenken
(XM-radio).
-
Radiovoorkeuzefunties (selectie
en opslag).
OPMERKING: De radio is steeds
ingeschakeld. Gebruik de MUTE
functie (Dempen) om het volume
stil te zetten.
Om naar de radio te luisteren ter-
wijl de contactschakelaar op UIT
staat, kunt u de digitale display
aanzetten. Hou hiervoor de MODE-
knop (Modus) gedurende 3 secon-
den ingedrukt onmiddellijk nadat u
de contactschakelaar op UIT hebt
gezet.
OPMERKING: Om de accu te spa-
ren, is het mogelijk de radio na een
bepaalde tijd uit te schakelen.
Een voorkeuzezender selecteren
Druk de LINKS/RECHTS-knop in
om een hoger of lager voorkeuze-
zendernummer te kiezen.
Houd
de
LINKS/RECHTS-knop
minstens een seconde ingedrukt
om de volgende, beschikbare radio-
46
zender te zoeken. De radio blijft op
die zender afgestemd.
Houd de SET-knop (Instelling) min-
stens een seconde ingedrukt om
het instelscherm te openen.
Druk in het instelscherm op de
LINKS/RECHTS-knop om af te
stemmen op de radiofrequentie.
Een voorkeuzezender
programmeren
15 zenders programmeren als
voorkeuzezender:
Houd de OMLAAG-knop ingedrukt
om de huidige frequentie vast te
leggen op het weergegeven zender-
nummer.
OPMERKING: Onderweg wordt
het radiostation automatisch op het
volgende beschikbare voorkeuze-
nummer geprogrammeerd. Als alle
voorkeuzenummers bezet zijn,
wordt voorkeuzenummer 15 over-
schreven.
TYPISCH
1. Met de LINKS/RECHTS-knop selecteert
u de frequentie.
2. Met de OMHOOG-knop selecteert u
het voorkeuzezendernummer.
3. Met de OMLAAG-knop legt u de radio-
zender vast.