1. Parkeerremschakelaar
OPMERKING: Om de parkeerrem
in of uit te schakelen moet de con-
tactsleutel op AAN gedraaid zijn.
OPMERKING: Het accuvoltage
moet minimaal 11 V bedragen om
de parkeerrem in te schakelen. Het
indicatorlichtje voor de parkeerrem
schakelt AAN en op de cluster ver-
schijnt een storingsmelding voor
de parkeerrem, wanneer het volta-
ge onder de 11 V bedraagt.
De parkeerrem inschakelen
Om de parkeerrem te activeren,
drukt u in stilstand op de schake-
laar. Het remlichtje gaat knipperen.
1. Hier drukken
OPMERKING: De parkeerrem kan
niet worden ingeschakeld als het
voertuig sneller rijdt dan 10 km/h.
Zorg dat de parkeerrem helemaal
is ingeschakeld. Houd de koppeling
(op model SM6) ingedrukt en be-
weeg het voertuig naar voor en
naar achter.
PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN
Parkeerrem uitschakelen
Om de parkeerrem uit te schake-
len, houdt u de schakelaar inge-
drukt tot het remindicatorlichtje UIT
gaat.
1. Hier drukken
19