Bedrijfsmodi van de regeleenheid
De regeleenheid heeft vier bedrijfsmodi: stand-by, lopen, training en klinisch.
Alleen specialisten gebruiken de klinische modus.
Stand-bymodus
In stand-bymodus staat het NESS L300-systeem aan en wacht op opdrachten.
Stimulatie is uit.
Loopmodus
De loopmodus wordt gebruikt bij het lopen. In de loopmodus stuurt de Gait Sensor
een signaal naar de RF-stimulator wanneer uw hiel of voorvoet van de grond komt,
waardoor de stimulatie wordt ingeschakeld. De sensor verstuurt ook een signaal
wanneer uw hiel of voorvoet weer in aanraking komt met de grond, waardoor de
stimulatie wordt uitgeschakeld.
Trainingmodus
De trainingmodus wordt gebruikt om de spieren te trainen wanneer u niet loopt
(bijvoorbeeld als u zit of ligt). De trainingmodus mag niet worden gebruikt wanneer
u loopt. De trainingmodus werkt onafhankelijk van de IntelliSense Gait Sensor.
Stimulatie wordt toegepast in door uw specialist ingestelde cycli. De trainingmodus
is bestemd om training van de spieren mogelijk te maken, atrofie van de spieren
in het onderbeen door gebrek aan gebruik te voorkomen of uit te stellen, het
bewegingsbereik van de enkel te helpen behouden of vergroten en bij te dragen
aan een verbeterde plaatselijke doorbloeding. De trainingmodus kan ook worden
gebruikt om te controleren of de FS-manchet op de juiste wijze geplaatst is. Als uw
voet niet op stimulatie reageert zoals dat zou moeten, verplaatst u de FS-manchet.
Digitale display en indicatielampjes van de regeleenheid
De digitale display en de indicatielampjes van de regeleenheid geven het
intensiteitsniveau van de stimulatie, de bedrijfsmodus, de batterijladingsstatus,
de elektronische registratiestatus en foutberichten aan. Zie tabel 5-3 en tabel 5-4.
24 Gebruikershandleiding