5.1.8
Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen
• Onvakkundig gelegde lasstroomleidingen kunnen storingen (flakkeren) van de vlamboog veroorzaken!
• Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen zonder HF-ontstekingsinrichting (MIG/MAG) zo
lang mogelijk, naast elkaar liggend, parallel leggen.
• Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen met HF-ontstekingsinrichting (TIG) lang paral-
lel leggen met een onderlinge afstand van ong. 20 cm om HF-overslag te vermijden.
• Over het algemeen moet een minimale afstand van ong. 20 cm of meer worden aangehouden ten
opzichte van leidingen van andere lasstroombronnen om wederzijdse invloeden te vermijden.
• Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is! Voor optimale lasresultaten max. 30 m. (werkstuklei-
ding + tussenpakket + toortskabel).
• Voor elk lasapparaat een eigen werkstukleiding voor het werkstuk gebruiken!
• Lasstroomleidingen, lastoorts- en tussenpakket volledig afrollen. Lussen vermijden!
• Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is!
Overtollige kabellengtes in bochten leggen.
099-002061-EW505
18.10.2022
Afbeelding 5-6
Afbeelding 5-7
Afbeelding 5-8
Opbouw en functie
Transport en installatie
25