Waarschuwingslampjes branden of knipperen
PGM-FI-storingslampje
(elektronisch geregelde
brandstofinspuiting) (MIL)
Type GS
Als het storingslampje tijdens het rijden gaat
branden, kan het PGM-FI-systeem een ernstig
defect vertonen. Verminder snelheid en laat uw
voertuig zo snel mogelijk door uw dealer
inspecteren.
Type ED, RU
Redenen voor het gaan branden/
knipperen van het storingslampje
Gaat branden wanneer er een probleem
●
is met het emissieregelsysteem.
Knippert wanneer de motor onregelmatig loopt.
●
Wat te doen als het storingslampje gaat
branden
128
PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde brandstofinspuiting) (MIL)
u
Vermijd hoge snelheden en laat uw voertuig
onmiddellijk door een dealer controleren.
Wat te doen als het storingslampje
knippert
Parkeer het voertuig op een veilige plaats en
uit de buurt van brandbare voorwerpen en
wacht ten minste 10 minuten met stilstaande
motor tot deze is afgekoeld.
LET OP
Wanneer u rijdt terwijl het storingsindicatielampje
brandt, kunnen het emissieregelsysteem en de
motor beschadigd raken.
LET OP
Wanneer het storingsindicatielampje opnieuw
knippert wanneer de motor opnieuw wordt gestart,
rijdt u met een snelheid van 50 km/h of minder naar
de dichtstbijzijnde dealer. Laat uw voertuig
inspecteren.