Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functie In1; Watermeter; Alarm/Melding - Heyl Testomat 2000 PO4 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

▼▲ ME
>FUNCTIE IN1
CONTACT NORMAAL OPEN *
Contact normaal dicht *
>WATERMETER TYPE ▼▲ ME
1 LITER/PULS
2,5 LITER/PULS
5 LITER/PULS
10 LITER/PULS
100 LITER/PULS
*
500 LITER/PULS
1000 LITER/PULS
>ALARM/MELDING ▼▲ ME
A
A/M/-
INDICATOR NIVO TE LAAG
Waterdruk te laag A
A/M/-
Storing: Optiek
A
A/M
Storing: Doseerpomp M
A/M
A/M/-
Storing: Afvoer
M
Fout: Vervuiling
A
A/M
Storing: 24V voeding M
A/M
Fout: Troebelheid
M
A/M/-
Meetbereik overschreden M
A/M
Onderhoudsinterval ov.M
A/M/-
Pompkop 1 vervangen A
A/M/-
Pompkop 2 vervangen A
A/M/-
A = alarm, M = melding
- = geen actie
Fst.= functiestoring
Mst.= meetstoring

Functie IN1

Via deze ingang vindt een omschakeling naar een extern meetpunt
plaats wanneer u '
2 meetpunten extern
actieve modus van IN1 moet overeenkomstig de uitgangsfunctie van
de besturing worden geprogrammeerd (potentiaalvrij contact
vereist!).
Selecteer in het menu
=>
GEPROGRAMMEERDE WAARDEN
EXTERN
Bevestig de invoer met "ENTER"
Selecteer in het menu
=> GEPROGRAMMEERDE WAARDEN => FUNCTIE IN1
Selecteer het type contact: maakcontact of breekcontact
Bevestig de invoer met "ENTER"

Watermeter

Voor een hoeveelheidsafhankelijke analysestart is het noodzakelijk,
een watermeter aan de IN2-ingang aan te sluiten. Programmeer het
type watermeter dat gebruikt wordt onder het menupunt
"watermeter".
Selecteer in het menu
=> GEPROGRAMMEERDE WAARDEN => WATERMETER
Selecteer het type van uw watermeter
Bevestig de invoer met "ENTER"

Alarm/melding

Het apparaat beschikt over een relaisuitgang Alarm voor
storingsmelding. De situaties, die leiden tot een storing van het
apparaat of tot een melding moeten leiden, kunnen naar keuze een
alarm "A" (permanent contact) of een melding "M" (2-seconden-
impuls) tot gevolg hebben. Bepaalde storingen van het apparaat
leiden altijd tot een alarm of een melding!
De storingen worden in de foutengeschiedenis opgetekend en
opgeslagen, wanneer het voorval als alarm of melding
geprogrammeerd is. Als b.v. indicatortekort niet als ALARMMELDING
geprogrammeerd is, wordt dit niet in defoutengeschiedenis
geregistreerd. Er kunnen tot 20 foutmeldingen worden opgeslagen. In
het informatiemenu kunnen deze als lijst worden opgeroepen.
Opgeslagen worden steeds het tijdstip (dag, maand, jaar en tijd) en
de soort fout.
Selecteer in het menu
=> GEPROGRAMMEERDE WAARDEN => ALARM/MELDING
Selecteer bij de verschillende menu-items het type bewaking: A =
alarm, M = melding of - = geen actie
Andere basisprogrammeerdata invoeren
' geprogrammeerd heeft. De
> BASIS PROGRAMMA
=>
MEETPUNTEN
> BASIS PROGRAMMA
> BASIS PROGRAMMA
> BASIS PROGRAMMA
=> 2
MEETPUNTEN
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave