Tabel 6-16
Scaninstellingen — Scannen naar e-mail, Fax, Scannen naar netwerkmap, Scannen naar SharePoint
Quick Sets voor Scannen naar USB (vervolg)
Optie
Achtergrond opruimen
Donkerte
Contrast
Scherpte
Afbeeldingsvoorbeeld
Bijsnijdopties
(niet beschikbaar voor Scannen naar fax)
Randen wissen (niet beschikbaar voor Scannen
naar fax)
Resolutie (alleen Scannen naar Fax)
Lege pagina's onderdrukken (alleen Scannen
naar Fax)
Tabel 6-17
Bestandsinstellingen — Scannen naar e-mail, Scannen naar netwerkmap, Scannen naar SharePoint
Quick Sets voor Scannen naar USB
Functie
Voorvoegsel voor bestandsnaam
Bestandsnaam
Achtervoegsel voor bestandsnaam
Voorbeeld bestandsnaam
Bestandsnummerindeling
Nummering toevoegen wanneer een taak slechts
één bestand bevat (bijv. _1–1)
Bestandstype
Omschrijving
Selecteer een waarde om vage beelden of een lichte achtergrondkleur uit
de achtergrond te verwijderen.
Selecteer een waarde om de donkerheid van het bestand aan te passen.
Selecteer een waarde om het contrast van het bestand aan te passen.
Selecteer een waarde om de scherpte van het bestand aan te passen.
Selecteer of een voorbeeldweergave van de taak vereist of optioneel is of
om deze functie uit te schakelen.
Selecteer of een taak bijgesneden mag worden en de manier waarop dit
moet gebeuren.
Selecteer deze instelling om de breedte van de te wissen randmarges in
millimeters of inches voor de voor- en achterzijde van een taak op te geven.
Stel de resolutie van het bestand in. Afbeeldingen met een hogere resolutie
bestaan uit meer dpi (dots per inch) en geven om die reden meer details
weer. Afbeeldingen met een lagere resolutie bestaan uit minder dpi en
geven dus minder details weer. De bestandsgrootte is echter kleiner.
Als de optie Lege pagina' s onderdrukken is ingeschakeld, worden lege
pagina's genegeerd.
Omschrijving
Stel het standaardvoorvoegsel voor bestandsnamen in dat wordt gebruikt
voor bestanden die in een netwerkmap worden opgeslagen.
Standaardbestandsnaam voor het bestand dat moet worden opgeslagen.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te
zorgen dat deze instelling op het bedieningspaneel van de printer kan
worden bewerkt.
Stel het standaardachtervoegsel voor bestandsnamen in dat wordt
gebruikt voor bestanden die in een netwerkmap worden opgeslagen.
Standaardachtervoegsel voor identieke bestandsnaam: [bestandsnaam]
_YYYYMMDDT
Voer een bestandsnaam in en klik vervolgens op de knop Voorbeeld
bijwerken.
Selecteer een bestandsnaamindeling voor wanneer een taak in meerdere
bestanden wordt gesplitst.
Selecteer deze instelling om nummering toe te voegen aan een
bestandsnaam als de taak slechts één bestand bevat in plaats van
meerdere bestanden.
Selecteer de bestandsindeling voor het opgeslagen bestand.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te
zorgen dat deze instelling op het bedieningspaneel van de printer kan
worden bewerkt.
Quick Set-instellingen en -opties
®
en
®
en
127