7.14 Diagnose warmteopwekker
7.15 Diagnose eindgebruiker
7.16 Infowaarden
7310618-01 09.13
6. Streefwaarde instellen
7. De toets OK indrukken
8. De beëindiging van de programmering gebeurt door het drukken op de be-
drijfsmodustoets verwarmingsbedrijf.
Keuze van verschillende parameters voor diagnose-doeleinden.
Diagnose oproepen
1.
De toets OK indrukken
=> Er verschijnt de melding eindgebruiker
2. Aan draaiknop het menupunt Diagnose opwekker oproepen
3. De toets OK indrukken
4. Met de draaiknop verschillende diagnosewaarden (bijv. opbrengsten, tempera-
turen, etc.) oproepen (prog.-nr. 8330-8530)
5. De toets OK indrukken
6. De beëindiging van de programmering gebeurt door het drukken op de be-
drijfsmodustoets verwarmingsbedrijf.
Keuze van verschillende parameters voor diagnose-doeleinden.
Diagnose verbruiker oproepen
1.
De toets OK indrukken
=> Er verschijnt de melding eindgebruiker
2. Aan draaiknop het menupunt Diagnose verbruiker oproepen
3. De toets OK indrukken
4. Aan draaiknop buitentemperatuur oproepen (prog.-nr. 8700)
5. De toets OK indrukken
6. De beëindiging van de programmering gebeurt door het drukken op de be-
drijfsmodustoets verwarmingsbedrijf.
Er worden verschillende infowaarden weergegeven, deze zijn afhankelijk van de
bedrijfstoestand.
Verder wordt er over de status geïnformeerd (zie onder).
Condenserende stookolieketel NovoCondens BOB 20/25
Programmering
35