6.6.4.1 Remvoeringen inrijden
Voor schijfremmen geldt een inremtijd. De remkracht
neemt toe met het verstrijken van de inremtijd.
Gedurende de inremtijd moet u zich er daarom van
bewust zijn, dat de remkracht kan toenemen.
Hetzelfde verschijnsel treedt op na het vervangen
van de remvoeringen of de remschijf.
1 Versnel de pedelec naar ca. 25 km/h.
2 Rem de pedelec af tot stilstand.
3 Herhaal dit 30 tot 50 keer.
De schijfrem is ingereden en biedt de optimale
remwerking.
6.6.5
Sag van de demping afstellen
VOORZICHTIG
!
Vallen door verkeerde afstelling van de vering
Een verkeerde afstelling van de vering kan de
vork beschadigen waardoor problemen kunnen
optreden bij het sturen. Een val met letsel is het
gevolg.
Rijd nooit met een voorvork met luchtvering
zonder lucht.
Gebruik de pedelec nooit zonder de verende
voorvork op het gewicht van de berijder af te
stellen.
Aanwijzing
Veranderingen aan de afstelling van de vering
zijn van grote invloed op het rijgedrag van de
pedelec. Om een val te voorkomen is gewenning
en inrijden vereist.
De negatieve veerweg (sag) is het percentage van
de totale veerweg dat door het gewicht van de
berijder inclusief uitrusting (bv. een rugzak), de
zitpositie en de framegeometrie wordt ingedrukt.
De sag treedt niet op door het rijden.
De sag hangt af van de positie en het gewicht van
de berijder en moet, afhankelijk van het gebruik
van de pedelec en de persoonlijke voorkeuren,
liggen tussen 15% en 30% van de maximale
veerweg van de vork.
MY21B02 - 16_1.0_15.10.2020
Hogere sag (20% tot 30%)
Een hogere sag verhoogt de gevoeligheid voor
oneffenheden. Er treedt een grotere
veerbeweging op. Een grotere gevoeligheid voor
oneffenheden zorgt voor een comfortabel
rijgedrag en wordt gebruikt bij pedelecs met een
langere veerweg.
Lagere sag (10% tot 20%)
Een lagere sag verlaagt de gevoeligheid voor
oneffenheden. Er treedt een kleinere
veerbeweging op. Een lagere gevoeligheid voor
oneffenheden leidt tot een harder, efficiënter
rijgedrag en wordt gebruikt bij pedelecs met een
kortere veerweg.
De hier getoonde aanpassing betreft een
basisafstelling. De berijder kan, afhankelijk van
ondergrond en persoonlijke voorkeuren, de
basisafstelling wijzigen.
Het is aan te bevelen de waarden van de
basisafstelling schriftelijk vast te leggen. Dat kan
behulpzaam zijn als uitgangspunt voor latere,
geoptimaliseerde afstellingen en bij onbedoelde
wijzigingen.
Gebruik
47