3.1.4
Elektrisch aandrijfsysteem
De pedelec kan met spierkracht worden aange-
dreven door middel van de kettingaandrijving. De
kracht, die door het trappen op de pedalen in de
rijrichting wordt uitgeoefend, drijft het voorste
kettingwiel aan. Via de ketting wordt de kracht
overgedragen op het achterste kettingwiel en
vervolgens op het achterwiel.
U kunt de pedelec altijd als een normale fiets
gebruiken door het elektrische aandrijfsysteem uit
te schakelen of door het ondersteuningsniveau op
Uit te zetten. Hetzelfde geldt als de accu leeg is.
2
3
Afbeelding 11: Schema aandrijfsysteem
1
Rijrichting
2
Ketting
3
Achterste kettingwiel
4
Voorste kettingwiel
5
Pedaal
Naast het met spierkracht aangedreven
aandrijfsysteem beschikt de pedelec over een
geïntegreerd elektrisch aandrijfsysteem. Tot het
elektrische aandrijfsysteem behoren 7
componenten:
4
Afbeelding 12: Schema elektrisch aandrijfsysteem
MY21B02 - 16_1.0_15.10.2020
4
5
2
1
3
5
1
Koplamp
2
Boordcomputer/bediening
3
Accu
4
Achterlicht
5
Motor
3.1.4.1 Motor
Zodra de benodigde spierkracht van de berijder
tijdens het trappen een bepaald niveau overstijgt,
schakelt de motor licht bij en ondersteunt deze de
trapbeweging van de berijder. De motorkracht
wordt afgestemd op het ingestelde ondersteuning-
sniveau. De ondersteuning is afhankelijk van de
door de berijder op de pedalen uitgeoefende
kracht. Het aandrijfsysteem levert derhalve uitslui-
tend ondersteuning wanneer de berijder op de
pedalen trapt. Dat geldt onafhankelijk van het
geselecteerde ondersteuningsniveau. De motor
schakelt automatisch uit zodra de berijder niet
meer op de pedalen trapt, de temperatuur buiten
1
het toegestane bereik ligt, er sprake is van overbe-
lasting of de uitschakelsnelheid van 25 km/h wordt
bereikt. Wanneer de snelheid onder 25 km/h komt,
schakelt de ondersteuning weer automatisch in. Er
kan een duwondersteuning worden geactiveerd.
Zolang de berijder de plus-toets op het stuur
indrukt, drijft de duwondersteuning de pedelec aan
op loopsnelheid. De snelheid kan daarbij maxi-
maal 6 km/h bedragen.
3.1.4.2 Accu
De lithium-ion-accu is voorzien van een inge-
bouwde beschermingsregeling. Deze is afge-
stemd op oplader en pedelec. De temperatuur van
de accu wordt continu bewaakt. De accu is bevei-
ligd tegen diepontlading, overbelading, overver-
hitting en kortsluiting. Zo nodig schakelt de accu
automatisch uit door middel van een beveiligings-
schakeling. Ook wanneer het systeem langere tijd
niet wordt gebruikt, gaat de accu ter bescherming
naar de slaapstand. De levensduur van de accu
kan worden verlengd door een goede omgang,
met name door deze bij de juiste temperatuur op
te slaan. Ook bij een goede omgang neemt de
laadcapaciteit van de accu na verloop van tijd af.
Een aanmerkelijk kortere gebruiksduur na het
opladen is een teken dat de accu het einde van
zijn levensduur nadert.
Overzicht
19