Het programmakeuzewiel gebruiken (Creatieve zone)
Programmakeuzewiel
U kunt camera-instellingen, zoals de sluitertijd en de diafragmawaarde,
aanpassen aan de gewenste opnamen. Wanneer de instellingen
zijn vastgelegd, zijn de opnameprocedures hetzelfde als voor de
Automatische modus (p. 33).
Zie pagina 192 voor de instellingen die u in deze modus kunt wijzigen.
Het programmakeuzewiel gebruiken
1
Controleer of de camera in de opnamemodus staat.
De modusindicator brandt oranje.
2
Draai het programmakeuzewiel, selecteer
de gewenste functie en maak de opname.
Afhankelijk van de geselecteerde functie werkt
de camera op de volgende manieren:
De sluitertijd en diafragmawaarde worden
P
automatisch ingesteld.
De gebruiker selecteert een sluitertijd met de knop
Tv
of
De gebruiker selecteert een diafragmawaarde met
Av
de knop
De gebruiker selecteert de sluitertijd met de knop
of
M
of
.
De sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven op het
LCD-scherm (of in de zoeker). Als de sluitertijd en diafragmawaarde
wit worden weergegeven op het LCD-scherm (of in de zoeker) als
de sluiterknop half wordt ingedrukt, is de juiste belichting ingesteld.
De sluitertijd en diafragmawaarde worden rood weergegeven op het
LCD-scherm (of in de zoeker) wanneer de juiste belichting niet kan
worden ingesteld.
In
,
of
diafragmawaarden wijzigen binnen dezelfde belichtingsinstelling (p. 104).
84
.
of
.
en de diafragmawaarde met de knop
kunt u de combinaties van sluitertijden en
Sluitertijd
Diafragma-
waarde