Wanneer een opgenomen beeld op het LCD-scherm wordt weergegeven,
kunt u de belichting controleren aan de hand van de grafiek waarin de
verdeling van de helderheid wordt weergegeven (zie Histogram (p. 32)).
Als u de belichting wilt wijzigen, moet u de belichtingscompensatie
instellen (p. 90) en de opname opnieuw maken. Druk op de knop DISP.
als het histogram en andere informatie niet worden weergegeven.
Houd er rekening mee dat de beeldinformatie die is opgenomen met deze
camera mogelijk niet goed wordt weergegeven op andere camera's en
dat beeldinformatie die is opgenomen met andere camera's mogelijk niet
goed wordt weergegeven op deze camera.
Histogram
Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van het
opgenomen beeld kunt beoordelen. Hoe groter de neiging naar links in
de grafiek, des te donkerder is het beeld. Hoe groter de neiging naar
rechts, des te helderder is het beeld.
Als het beeld te donker is, wijzigt u de belichtingscompensatie in
een positieve waarde. Als het beeld te licht is, wijzigt u de
belichtingscompensatie in een negatieve waarde (p. 90).
Donker beeld
Waarschuwing bij overbelichting
In de volgende gevallen knipperen de gedeelten van het beeld die
overbelicht zijn.
Als u een beeld direct na de opname bekijkt op het LCD-scherm
(informatieweergave) of in de zoeker.
In de detailweergave van de weergavemodus.
32
Uitgebalanceerd beeld
Helder beeld