162 Product- en veiligheidsinformatie
Voor het verzenden van gegevensbestanden of berichten is een goede verbinding met het netwerk vereist. De verzending
van gegevensbestanden of berichten kan vertraging oplopen zolang een dergelijke verbinding niet beschikbaar is. Houd
u aan de instructies voor de afstand tot het lichaam totdat de verzending voltooid is.
Bepaalde delen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen voorwerpen kunnen worden aangetrokken door het apparaat.
Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van het apparaat, omdat de gegevens die op deze
media zijn opgeslagen, kunnen worden gewist.
Bij langdurig gebruik zoals een actieve gegevensverbinding met hoge snelheid kan het apparaat warm aanvoelen. In de
meeste gevallen is dit normaal. Als u vermoedt dat het apparaat niet naar behoren werkt, brengt u het dan naar het
dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende
beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat
om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie. Schakel uw apparaat uit wanneer
dat wordt voorgeschreven door instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg kunnen
gebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch apparatuur zoals een pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator
te voorkomen, raden fabrikanten van medische apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal 15,3
centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van het medische apparaat.
•
Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.
•
Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de andere kant van het lichaam dan de kant waar het medische
•
apparaat zit.
Schakel het draadloze apparaat uit als er enige reden is om te vermoeden dat er een storing plaatsvindt.
•
Volg de instructies van de fabrikant van het geïmplanteerde medische apparaat.
•
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat hebt,
neemt u contact op met uw zorginstelling.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten veroorzaken.
Voertuigen
Radiofrequente signalen kunnen elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of
onvoldoende afgeschermd zijn, zoals elektronische systemen voor brandstofinjectie, antiblokkeerremmen en systemen