nl Uw apparaat leren kennen
5.3 Bedieningsvelden
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Bedieningselementen
Via de bedieningselementen kunt u alle functies van uw
apparaat instellen en informatie krijgen over de ge-
bruikstoestand.
Bedieningselement
Functiekeuzeknop
Verwarmingsmethoden en functies
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw gerechten te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de ver-
schillen en toepassingen.
Symbool
Verwarmingsmetho-
de
3D hetelucht
Hetelucht zacht
Pizzastand
Onderwarmte
Grill, groot
10
Toelichting
Met de functiekeuzeknop
stelt u de verwarmings-
methoden en meer func-
ties in.
De functiekeuzeknop kunt
u vanuit de nulstand
naar rechts en links draai-
en.
Afhankelijk van het appa-
raattype is de functiekeu-
zeknop verzonken. Voor
het vergrendelingen of
ontgrendelingen in de
nulstand op de functie-
keuzeknop drukken.
→ "Verwarmingsmethoden
en functies", Pagina 10
Gebruik en werkwijze
Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het energieverbruik in
de circulatieluchtmodus en de energieklasse gebruikt.
Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op een niveau voorzichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het product wordt in fasen bereid met
behulp van restwarmte.
Het beste zijn temperaturen tot 200 °C.
Pizza's of gerechten klaarmaken die warmte van onderen nodig hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de
achterwand zijn ingeschakeld.
Gerechten nabakken of au bain-marie bereiden.
De warmte komt van onderen.
Platte grillstukken, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerechten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Bedieningselement
Temperatuurknop
Kookzone-knoppen
Toelichting
Met de temperatuurknop
stelt u de temperatuur
voor de verwarmingsme-
thode in en kiest u instel-
lingen voor andere func-
ties.
De temperatuurknop kunt
u vanuit de nulstand
naar rechts draaien tot
aan de aanslag, niet ver-
der.
Afhankelijk van het appa-
raattype kan de tempera-
tuurknop worden verzon-
ken. Voor het vergrende-
lingen of ontgrendelingen
in de nulstand op de
temperatuurknop druk-
ken.
→ "Temperatuur en instel-
standen", Pagina 11
Met de 4 kookzoneknop-
pen stelt u het vermogen
van de afzonderlijke kook-
zones in.
Aan het symbool boven
de betreffende knop kunt
u zien welke kookzone er-
mee kan worden inge-
steld.
→ "Kookplaatkeuzescha-
kelaar", Pagina 11