WORK PACK
Groep
Al
Al
Fe
Fe
Ss
Ss
Al
Al
Fe
Fe
Fe
Fe
Fe
Fe
Fe
Fe
Fe
Fe
Ss
Ss
Ss
Meer lasprogramma's zijn verkrijgbaar via de aanschaf van MatchCurve- en MatchCustom-
producten.
3.5
Boogspanningsweergave
FastMig X kan de spanning dicht bij de lasboog meten en weergeven. Dankzij deze functie
NL
hoeft u zich geen zorgen meer te maken over de spanningsverliezen in laskabels. Met deze
functie hoeft u alleen de spanning voor de boog in te stellen voordat u begint met lassen. Na
het lassen ziet u de spanning dicht bij de boog.
Voer de volgende stappen uit om de boogspanningsfunctie te gebruiken:
1.
Wanneer u de lasapparatuur voor de eerste keer hebt opgezet, sluit u de
voltagemetingskabel aan op het werkstuk en de meetkabel tussen de draadaanvoerunit
en de stroombron.
2.
Als u een tussenaanvoerunit gebruikt, voert u de lengte daarvan in de parameter
SubFeederLength in.
3.
Stel de lasparameters in aan de hand van de toepassing. Let op: bij de lasprocessen
1-MIG, MIG en WiseThin+ verwijst de ingestelde spanning altijd naar de spanning in de
boog, ongeacht de ArcVoltage-instelling.
4.
Las ten minste vijf seconden lang met 1-MIG, MIG of Pulse MIG. Tijdens die periode
kalibreert het lasapparaat zichzelf voor de desbetreffende laskabellengte. De
kalibratiewaarden worden opgeslagen in het lasapparaat, dus deze kalibratie is slechts
eenmaal nodig nadat het lasapparaatpakket is geïnstalleerd.
5.
Als u tijdens en na het lassen de boogspanning wilt zien op panelen, stel de ArcVoltage-
instelling dan in op AAN op het X 37-setup-paneel. Een stip na de spanningswaarde
op het XF 37- of XF 38-paneel betekent dat de weergegeven waarde de boogspanning
is. De aanduiding 'AVol' in de lasdata op het X 37-paneel na het lassen duidt ook op de
boogspanning.
6.
Na de kalibratieprocedure kan de voltagemetingskabel worden verwijderd, maar het is
aan te bevelen om de kabel altijd te gebruiken.
20
FastMig MXP 37 Pipe, MXP 38
Materiaal
Draad ø (mm) Beschermgas
AlMg5
1,2
AlSi5
1,2
Fe
1,0
Fe
1,2
CrNiMo 19 12
1,0
CrNiMo 19 12
1,2
AlMg5
1,2
AlSi5
1,2
Fe
0,9
Fe
1,0
Fe
1,2
Fe
0,9
Fe
1,0
Fe
1,2
Fe Metal
1,2
Fe Metal
1,2
Fe Rutil
1,2
Fe Rutil
1,2
CrNiMo 19 12
1,0
CrNiMo 19 12
1,2
FC-CrNiMo 19 12
1,2
Proces
Ar
Puls/dubbelpuls
Ar
Puls/dubbelpuls
Ar+15–25%CO₂
Puls/dubbelpuls
Ar+15–25%CO₂
Puls/dubbelpuls
Ar+2%CO₂
Puls/dubbelpuls
Ar+2%CO₂
Puls/dubbelpuls
Ar
1-MIG
Ar
1-MIG
Ar+15–25%CO₂
1-MIG
Ar+15–25%CO₂
1-MIG
Ar+15–25%CO₂
1-MIG
CO₂
1-MIG
CO₂
1-MIG
CO₂
1-MIG
Ar+15–25%CO₂
1-MIG
CO₂
1-MIG
Ar+15–25%CO₂
1-MIG
CO₂
1-MIG
Ar+2%CO₂
1-MIG
Ar+2%CO₂
1-MIG
Ar+15–25%CO₂
1-MIG
Aantal
A02
A12
F03
F04
S06
S04
A02
A12
F02
F03
F04
F22
F23
F24
M04
M24
R04
R14
S03
S04
S84