2.15 Hoofdschakelaar I/O
Als u de hoofdschakelaar van de FastMig-stroombron in de I-positie zet, zal het
indicatielampje het dichtst bij deze schakelaar gaan branden, wat betekent dat de
stroombron gereed is om te gaan lassen. Het apparaat keert terug in de bedrijfsmodus waarin
het zich bevond voor de laatste uitschakeling.
Schakel de machine altijd aan en uit met de hoofdschakelaar. Nooit de apparaatstekker als
schakelaar gebruiken.
2.16 Gebruik van koelunit, FastCool 10
Wanneer de koelunit FastCool 10 voor het eerst wordt aangesloten op de FastMig-
stroombron, is de koelfunctie normaal gesproken actief. Om de koelfunctie te deselecteren,
volgt u de instructies in de gebruiksaanwijzing van de FastCool 10.
2.17 Ophangkit
De MXP-draadaanvoerunits kunnen worden bevestigd op een ophangarm met behulp van de
KFH 1000-ophangbeugel, die verkrijgbaar is als accessoire. Hiermee kan de draadaanvoerunit
boven de werkplek opgehangen worden.
3.
FUNCTIEPANELEN XF 37 EN XF 38
3.1
Aansluiten en bevestigen
NL
Bevestig de stekker van de platte kabel van de MXP-draadaanvoerunit op het functiepaneel.
Zet de geel-groene aarddraad vast in de vorkconnector op het XF-functiepaneel.
14
FastMig MXP 37 Pipe, MXP 38
+
XF 37
XF 38